Het voedsel der Goden en hoe het op Aarde kwam
uiting van alle andere voelende dingen-door meneer Skinner en zijn
hoog, baggerend
angtht van, meneer. En de brandnetelth bij de kippenloopen, meneer, diè groeie ook al, meneer, en het kanariekruid, meneer, dat we bij de thinkput thaaiden, meneer-dat sthak z'n ranke door het raam 'th nachts, meneer, en greep m'n vrouw bijna bij d'r beene, meneer. Dat komt door dat voeder van u, meneer. Overal waar we wat gemortht hebbe, meneer, ith alle
geweetht van thchrik toen we die oorwurme thage-alth kreefte, meneer-twee, meneer-en dan dat kanariekruid; en tho gauw toen ik de wethpen hoorde, meneer, thnapte ik 't. Ik wachtte geen oogenblik langer, dan om 'n knoop antethette die 'k verlore had, en toen ben ik maar gauw hierheengekomme. En nou ben
de heer Bensington; ?hoe
The vloge net uit-dothijne. Tho groot ath kippe. Ik theg tege d'r ?naai me eve 'n paar knoope' aan," theg ik, ?want ik kon toch thò niet naar Londen," theg ik, ?en dan ga ik
rvloekt slordig waart
vrouw, meneer! Athjeblìéft, meneer. Ik kan nou nikth tegenthegge. Waarachtig, meneer, 't gaat niet! I
opmeting van al die heerlijke
, wat wij doorgethtaan hebbe-ik en m'n vrouw. We withte niet wat er van te denke,
l verteld," zeide Redwood. ?Maar w
aanvange?" vroeg
e vrouw," zeide Redwood. ?Je kunt haar d
ware d'r 'n dothijn juffrouwen Thk
ds zijn d'r geen wespen, en de o
e ratte
n ratten," z