De Zwarte Kost
es stil en vreedzaam, toen, in een plotselinge opschudding, van huis tot huis de deu
traat te lokken: de enkele voorbijtocht van een ongewoon rijtuig of de verschijning van een onbekende waren daartoe
weg van het station Bavel, naderde met rasse tred, vergezeld van
é Massijn, de klerk van notaris Potvlieghe. Maar of de twee anderen mensen
p het hoofd een zonderlinge rode pet, met zwarte, schuins afhangende kwast. Doch wat volstrekt op niets menselijks meer leek was hun gezicht: een glimmend-zwarte, monsterlelijke tronie met vervaarlijke ogen en vingerdikke lippen; en h
e een of andere onbekende bij zich had, waarmee hij, opgeblazen van trots, de herbergen van Akspoele bezocht, met zijn verwarde uitspraak van hakkelaar de vreemdeling aan zijn kennissen voorstellend als "zij...ijn bêêêsten vri...iend" van deze of gene, door de dorpelingen nooit gehoorde stad of streek; hem gul onthalend op al wat hij maar drinken wil
De wijze, waarop men hem bespotte was doorgaans bes
nu juist zijn bedoeling niet. Hij tuurde glorieus rechts en links naar de vóór de deuren der huizen en herbergen saamgeschoolde menigte, nam nu en dan voor een kennis zijn hoed af, groette geestdriftig met de hand; en, vó
bêêste vrienden voo...oo...oor te stellen: A...albert Badoe en Bou
e zwarten, als kond
mij...ijn meester voor, mij...ijnheer Po
kwamen van hun dorpels aansnellen, terwijl de twee zwarte prinsen, onthutst en beleefd, hun zonderlinge petjes afnamen en
n kolen, hervatte hoogmoedig Massijn, de jonge
, gepensioneerd o...o...o
n de naam had een weinig het hof te maken, haar verbaasd, bl
dend, hier zijn twee...ee jonge A...a...afrikaanse prinsen,
et meisje haar hoofd terug, terwijl uit de joel
rs om. Doch hij trok minachtend de schouders op, en, opnieuw zich wendend tot
te...te krijgen. A...Albert, de oudste, is ee...een der zonen van een ko...o...koning uit de omstreken van Vivi, en Bou...oudewijn behoort tot een a...adellijke fa...a...familie van Lee...ee...opoldville. Zij volgen nog maar sinds vi...ier maanden de lessen van het pensionaat en ree...eeds kunnen zij t
e andere op de herbergstoep geschaarde dorpelingen, staarden het drietal aan met ronde ogen, zonder een woord te spreken. Blijkbaar vraagden ze zich af of Massijn thans bepaald gek geworden was, en meneer Pot
fonkelende ogen, kee
nd, zich in volle lengte oprichtend.-W...at zullen die...ie jon
n nog meer zou zeggen. Maar toen hij, na een paar malen met vertoornde deftigheid herhaald te hebben: "'k zou ...ou me toch schamen, vo...oor beschaafde mensen", nogmaals zwe
Massijn een ogenblik in stomme onbeweeglijkheid naar het gepeupel staren
Ben beschaamd da...at ik tot uw natie behoor! Indien gij...ij in Co...o...congoland moest komen, ik ben zeker da...
ou zeggen. Maar toen men zag dat hij van gramschap stikte en niet verder spreken kon, brak nogmaals het hoongeschreeuw los, het wo
waarde nog even het gelaat van Eulalie, die, zijn blik ontwijkend, rood van schaamte achter de ruggen verdween; daalde met één sprong van de stoep, vatte Badoe en Soera bij de hand en stuwde ze m
it; kreten en gelach zwollen tot een reusachtige uitbarsting van dolheid; een hele groep, de stap op maat, de armen zwaaiend in cadans, begeleidde de rampzalige Massijn, en de twee negers onder het luidkeels zingen van een walgelijk straatdeuntje. O
ls werden zij door een bende slavenjagers achtervolgd. Gelukkig waren zij niet ver meer van het huisje van de weduwe Massijn verwijderd. Door zijn ontzaglijke ontsteltenis heen, zag Massijn de groene voordeur als een veiligheidshaven opengaan; zijn zuster Fietje, uitgelokt door het g
ld; het woest gepeupel stroomde dof-joelend om het
Romance
Romance
Romance
Werewolf
Billionaires
Romance