Noodlot
in, opgezweept door de wildste gedachten. Romantische voornemens zwierden door zijne koortsachtige
em doodsbleek toe, lang en uitgetrokken, met groote donkere gaten van oogen en een open mond. Zijn hart klopte, als wrong het zich naar zijne keel op en hij drukte het zwaar met beide handen neêr.... Toen een glas water en hij legde zich weêr neêr, zich dwingende tot kalmte. Fijnere overleggingen sponnen nu als draden door zijn geest, die draden hechtend van punt tot punt; weefsels knoopten er hunne mazen samen als een onontrafelbaar kantwerk; en zijne fantazie stapelde de peripetie?n van moeilijke intriges op elkaar, als ware hij een dichter geweest, die in een slapeloozen nacht van hersenhelderheid een drama opbouwt, nooit tevreden met zijne samenstelling telkens weêr overwerkt om eene vaste conceptie in zijne gedachte te hebben, voor hij schrijven gaat.
et werd nu als een modern tooneelspel: Eve, opmerkzaam gemaakt door hèm, Bertie, op Annie, de mooie jonge vrouw
e pijn het bloed in de slagaderen hoog deden opspringen. En in de momenteele marteling zijner physieke smart, stortte zijn trots, die het noodlot zo? tarten, in elkaar als een verbrokkelde toren, zonk zijne verbeelding uitgeput neêr, vergat hij zijne wanhoop over de toekomst; machteloos en klam van zweet bleef hij roerloos liggen, zijne oogen wijd open, zijn mond open en de twijfeling zijner matheid besch