icon 0
icon TOP UP
rightIcon
icon Reading History
rightIcon
icon Log out
rightIcon
icon Get the APP
rightIcon

De Dominee en zijn Gemeente

Chapter 10 VACANTIE.

Word Count: 3287    |    Released on: 04/12/2017

zijner Gemeente, maar in het bijzonder is elke dominee gesteld op den eerbied en het vertrouwen der jonge lieden. Dit is niet, omdat d

ht en al was hij nog zoo innemend in zijn omgang, doorzien jonge mannen hem; zij verachten hem, willen niets met hem te maken hebben, en weigeren naar de kerk te gaan om zijnentwil, terwijl zij daarentegen, al is de dominee niet knap en zijn preek oppervlakkig, al praat hij maar heel eenvoudig en heeft hij weinig verstand van de gebrui

feilbare rechters in manlijkheid en bovenal gelooven zij in een dominee, die een flink man is. Zij vragen niet van hem, dat hij meedoet aan hun spelen,

der voordeel heeft, en hij is de laatste man om een voorgift in den wedstrijd te begeeren. Hij wenscht niet beschut te zijn tegen kritiek of iets toe te krijgen wegens zijn positie, maar hij wil zijn werk doen en gebrui

deeren, vergaderingen te presideeren, raad te geven, te troosten, te berispen, te bezoeken, te regelen en vijftig anderen dingen, die hij, toen hij een jongen was, nooit gedacht heeft ooit te zullen doen. Zijn geweten was aan het einde van den dag volmaakt zuiver, ofschoon hij geen woord geschreven had, omdat hij

tig costuum en blootshoofd door den tuin; zijn gezicht was verbrand tot chocolade-kleur toe, hij zelf overdekt met stof, prettig vermoeid na zijn

ge man, die Zondags morgens altijd op de punt van de voorste bank in den zijvleugel zat en des Zondags avonds orde hield in een jongensschool in he

. Des morgens beklommen zij den heuvel van de achterzijde en bekeken de landstreek en toen aanvaardde de jonge man zijn reis weer en bij een kromming van den weg nam hij afscheid; en terwijl hij vaarwel zei, schudde hij eenigszins treurig het hoofd, want hij ging naar het naaste spoorwegstation en den volgenden dag zou hij weer hard aan het we

rijkdom aan anjelieren-en de dominee maakte den jongen man deelgenoot van zijn overdenking en verklaarde te gelooven, dat elke jonge man dezelfde meening koesterde in den grond van zijn hart. Men kwam overeen, dat men dadelijk een bespreking zou open

etten op een velletje papier en het kleinste getal van het grootste af te

terwerk ge?indigd was. En dit maakte samen twee en veertig dagen. Tusschen Januari en December had hij waarschijnlijk behalve zijn vacantietijd nog wel eens een dag, dat hij uit de stad ging of een halven dag, dien hij in de stad naar vrije verkiezing besteedde. De heele dag buiten werd zeer

te waard was zijn zaak te verdedigen. Toen de dominee aanhield en den jongen man een blad papier gaf

gaan, want het kunnen ook dagen in April zijn," zei de jonge man. En hij was reeds bezig twaalf af t

ge man gaf toe, dat dit niet zoo was en zoodoende werd het getal

dag en Goede Vrijdag ook. Zoo gaan we aardig de hoogte in; dat zijn zes dagen, die gij niet gerekend hadt en dan is er een vrije beursdag in het begin van Augustus, dien gij liefst buiten uw j

toch altijd nog aanmerkelijk-negen en twintig

ik zoo zeggen, zou voor een jongmensch aangenamer zijn dan eens op zijn fiets naar buiten te gaan op den Zaterdag-achtermiddag, in den tijd, dat de bloemen beginnen uit te komen en dat de heggen het eerste groen vertoonen of op een anderen tijd een paar uur

vuur, want hij was een edelmoedig man, met een tikj

herinner me, dat ik eens medelijden met u kreeg, toen ik ging schaatsenrijden en bij u a

de twee halve dagen, die in uw geregelde vacantie vallen, blijven er vijf-en-twintig heele dagen over, die moete

opstaat om Duitsch te bestudeeren-en dan ontbijten zij op hun gemak; want waarom zouden zij zich haasten, het is immers geen werkdag? Tusschen het ontbijt en den kerktijd praten zij over alle soorten van zaken en doorbladeren boeken en lezen brieven, die van verre gekomen zijn en gevoelen zich geheel op hun gemak. Als het mooi weer is, kiezen zij den langsten weg om naar de kerk te gaan, liefst door een plantsoen of een park en zij drentelen kerkwaarts met ongedwongen geest. De vader zit met zijn gezin in hun bank en kan zonde

erst te weten, hoe mijn jongens er over dachten. Wij zochten boeken op, waarover gesproken was en ik las mijn geliefkoosde gedeelten uit dichters en liet zeldzame uitgaven zien en deed mijn kast met gebonden boeken eens open, waar de banden tegen licht en stof beschermd stonden. We babbelden, we verbeuzelden onzen ti

ijn gezin en ging zitten aan het eind van de bank net als ieder ander hoofd van een gezin. Na den dienst ging ik naar de kerkekamer en na binnen gelaten te zijn, dankte ik den dominee voor zijn preek als een van zijn hoorders en toen ging ik naar huis en praatte met mijn jongens over den dienst, want het gesprek liep over de preek van een ander en ik kon op al de mo

ilde wat zeggen, toen ik hem voor was en uitlegde, dat ik dien dag niet de dominee van de kerk was, maar eenvoudig zelf toehoorder. Ik praatte al weer met mijn gezin na den dienst-het aangename van den hak op den tak springen, wat echter niet nutteloos behoeft te zijn, van menschen, die niet vermoeid, overspannen zijn en zoo eindigde de dag va

en en vijftig halve Zaterdagen er bij te voegen, wordt mi

is er een grens aan zijn werk, en als hij des avonds thuis komt, laat hij zijn werk achter. Aan den arbeid van den predikant nu is geen grens. Hij blijft altijd boven zijn hoofd hangen, roept altijd zijn gedachten tot zich, zijn werk spant altijd zijne zenuwen bovenmate, het drukt altijd op zijn geweten. Wanneer hij zich een gezelligen avond veroorlooft, dan verkeert hij niet in dezelfde gunstige omstandigheden als de andere gasten, omdat zij hun brieven hebben afgeschreven en hun geheele dagtaak hebben afgedaan en wanneer zij naar huis gaan dan zal dat wezen om nog even een laatste hoofdstuk van

bezield is; zeker heeft niemand zulke uren van gedruktheid-wanneer hij niet tot zijn onderwerp kan opklimmen. Alleen door geduldig lezen en onophoudelijk gebed kan hij zijn taak vervullen, en dan is hij steeds zoo sterk mogelijk ingespannen en kent nooit de rust van den man, die zijn werk verricht met overvloed van tijd, kracht en denkbeelden. Wanneer de dominee komt te overlijden, terwijl hij n

l ik zorgen, dat mijn dominee daarenboven elke zeven jaar een half jaar vacantie krij

lke nieuwe gedachte, die doordringt tot den geest van den dominee, en elk nieuw boek, dat hij leest en elke nieuwe landstreek, die hij ziet en elke nieuwe kunstverzameling, die

Claim Your Bonus at the APP

Open