icon 0
icon TOP UP
rightIcon
icon Reading History
rightIcon
icon Log out
rightIcon
icon Get the APP
rightIcon

Pisa / De Aarde en haar Volken, 1887

Chapter 3 No.3

Word Count: 6139    |    Released on: 04/12/2017

niet minder indrukwekkend monument, in denzelfden st

veel spoed liet maken, dat reeds na drie jaren de benedenverdieping voltooid was. Met de verdere voltooiing ging het minder voo

hoofd; de bovenste uit acht-en-twintig pilasters door vensters afgewisseld. De gothische baldakijns boven de tweede en de derde verdieping met de daarin aangebrachte beelden van profeten en apostelen zijn-het behoeft

es. Het is eene zonderlinge, wegsleepende kunst, niet meer die der middeleeuwen, nog niet die der Renaissance: men krijgt den indruk eener ontijdige ontwikkeling, intu?tie van de oudheid, maar die halverwege is blijven staan: de Renaissance van de vijftiende eeuw ging van andere gezichtspunten uit. Ware dez

maker en de doop bij indompeling. Nog andere beelden en bas-reliefs tooien het bovengedeelte van dezen gevel, die bij uitnemendheid rijk versierd is; daaronder verdienen meer bijzonder vermelding de beelden van de Madonna met het

omlijst door twee kolommen, waarvan de spiraalvormige groeven herinneren aan sommige byzantijnsche zu

aren gedragen wordt. De onderste rij bestaat uit acht prachtige monolithzuilen en vier pilaren, op wier kapiteelen de rondbogen rusten; de bovenste rij verschilt alleen hierin van de andere, da

te dekoratie bestaat wel in de afwisseling van wit en zwart marmer;

voetstuk van drie treden geplaatst. Zoowel door hare afmeting als door haar vorm voert die doopvont ons terug naa

gs men naar de doopvont opklom, en de acht vakken, verdeeld in zestien compartimenten, zijn versierd met verschillende ingelegde figuren van Bladzi

n vervaardigd. Maar oude dokumenten spreken alleen van eene doopvont, welke deze kunstenaar voor den dom zou hebben gebeiteld,

voltooid, bestaat uit een zeshoek van marmer, gedragen door negen kolommen van geaderd marmer, porfier of oostersch graniet, waarvan sommigen op den rug van leeuwen rusten. Allegorische figure

meer dan het meesterstuk van een groot kunstenaar: dit mo

esef van de eigenaardigheden van het menschenbeeld schijnt verloren; de lichamen hebben eene monsterachtige gedaante; de gelaatstrekken drukken weinig meer dan stompzinnig idiotisme uit. Om zich hiervan te overtuigen, heeft men slech

staande voorwerpen verdrongen door symboliek. Een twijg met drie bladeren aan het eind verbeeldde een boom; enkele vluchtig aangegeven kanteelen moesten eene ommuurde stad voorstellen.-Daar kwam nog iets bij. Juist in het laatst der elfde en het begin der twaalfde eeuw had zich, ten gevolge vooral van de veelzins treurige en schijnbaar hopelooze toestanden op staatkundig en maatschappelijk gebied, met name ook in Itali?, eene sombere, wanhopige levensbeschouwing van de gemoederen der menschen meester gemaakt: eene levensbeschouwing, die in niet geringe mate haar invloed op de Kerk en door deze op de kunst

die ook de maatschappij herschiep, haar met een anderen, frisscheren geest, den geest der liefde en toewijding, doordrong; den wondermachtigen man, het geheim van wiens kracht toch in niets anders lag dan in zijne volkomen overgave aan zijnen Heiland, in zijne grenzenlooze liefde, wel waarlijk de liefde van Christus

el bereiken, soms zelfs voorbijstreven, en wier plaats veel meer onder het nageslacht dan onder hunne evenouders schijnt te zijn. Nicolo Pisano, want van hem spreken wij, is een hervormer, een wegbaner, een schepper, de evenknie van een Brunellesco, van een Donatel

l in de D

den harmonischen rythmus, Bladzijde 30van adel en uitdrukking; die hooge, waarachtige kunst, waarvan het geheim sedert zoo vele eeuwen verloren scheen te zijn gegaan? Op deze vraag moet het antwoord wel in de eerste plaats luiden: van de studie der antieken. Die stelde hem in staat, de beeldhouwkunst te herscheppen, zoo als de bouwmeesters van Pisa, omstreeks twee eeuwen vroeger, het aan deze studi

ngen: Toskane bood hem in overvloed modellen ter bestudeering aan. Nog heden ziet men, op weinige schreden afstands van den predikstoel in de doopkapel-het meesterstuk van den pisaan

et echte natuurleven, aan de meest gewone werkelijkheid ontleend: een ram, die zich den kop krabt, een hinnekend paard en dergelijken. Zou niet bepaaldelijk in dien zin voor de natuur, in dat nauwgezette waar- en opnemen van de lagere

eelzijdig, golvend, speelsch is de gothische kunst, die tot uitgangspunt neemt den spitsboog, dat wil zeggen eene bij uitnemendheid kunstmatige formule. In de gothiek heeft de fantazie vrij spel en dringt allengs het koele, beredenerend en berekenend verstand op den achtergrond; de gothische kathedralen schijnen eene bespotting van de grondwetten der architektuur, va

donnancie. Men kan zich moeilijk beeldwerken denken, die beter voegen bij hunne omgeving, bij di

beiteld, en die eene zoo sterke tegenstelling vormen met de scheppingen van den pisaanschen meester. Ongetwijfeld wint deze laatste het van de oude fransche imagiers en onze beeldsnijders door juistheid van compositie en zuiverheid van lijnen; maar hij is verre hun mindere als het op de uitdrukking van diep en innig gevoel, van het gemoedsleven aankomt. De stijl van Nicolo, z

uit; datzelfde gold van Arnolfo di Cambio, hun medearbeider, en van Fra Guglielmo d'Agnello, zoowel als van de gelijktijdige romeinsche kunstenaar, de Cosmati. Vasari stelt een groot aantal gebouwen op naam van Nicolo, niet alleen in Toskane, maar ook te Napels, te Padua, te Veneti?. Maar indien het als zeker mag worden aangenomen, dat Nicolaas de bouwkunst heeft uitgeoefend, zoo is het niet minder

ogst belangrijke werken: hij bouwde den voorgevel van de kathedraal van Bladzijde 31Siena, hij voltooide de kathedraa

edachte kwam om eene groote hoeveelheid aarde, aan den Calvari?nberg ontleend, naar zijne vaderstad te laten overbrengen. Te Pisa teruggekeerd, kocht hij een terrein nabij den dom en richtte dat in tot begraafplaats, na het vooraf met die gewijde aarde te hebben bedekt. Eeuwen lang hield het ge

e ongeveer honderd-zeven-en-twintig en de breedte twee-en-veertig meter. De muur heeft geene openingen, als moest dit heiligdom geheel van de buitenwereld afgesloten blijven. De lange muur is evenwel versierd met een reeks van blinde bogen

n de vakken tusschen de bogen een weergalooze reeks van antieke beeldwerken; langs de wanden eene schilderachtige mengeling van busten, standbeelden, marmeren groepen; op de wanden de meest omvattende cyclus van freskoos uit de middeleeuwen en de Renaissance, waarop eenig monument in Itali? roem kan dragen; eindelijk, op den grond tallooze grafzerken, sommigen uitgesleten, anderen door vrome harden gerestaureerd: z

struik omslingerd. De galerij of portiek daarentegen, die dit kerkhof omgeeft is kolossaal; en Jan van Pisa, die hier toonde een geniaal bouwmeester te zijn, heeft gewild dat die galerij waardig zou zijn de bewaarplaats te wezen van zoo uitnemende schatten: zij is eenvoudig en grootsch tegelijk. Het stond te vreezen dat de eindelooze herhaling van hetzelfde motief in de twee-en-zestig arkaden den indruk van eentonigheid zou maken. Om dit gevaar te ontgaan, heeft de pisaansche architekt, met behoud van den rondboog als hoofdmotief-hetgeen met het oog op den dom, den campanile en de doopkapel onvermijdelijk w

e gezegde grafteekenen, is nergens een spoor te ontdekken; in de

k van de ijdelheid van al het ondermaansche, van de nietigheid des levens. Niets treurigs of sombers, met uitzondering misschien van de schilderijen, op naam van Orcagna gesteld; niets dat aan dood en sterven doet denken; of liever, de dooden verschijnen hier voor ons in hetgeen zij reeds op aarde onsterfelijks hebben gewrocht, in den glans hunner groote daden, hunner geniale scheppingen. Maar ook, welk eene verzameling van gedenkteekenen: van het monument der gravinne Beatrix, moeder Bladzijde 32van de beroemde gravin Mat

del Or

van telkens op hunne schreden terug te keeren. Maar onze lezers weten, dat het niet onze gewoonte is den kortsten weg te volgen, en dat wij er van houden vrij rond te zwerven. Wij willen dit ook nu doen. Trouwens het Campo-Santo van Pisa is niet een van die museums van den tweeden rang, die men, met het horloge in de hand, tusschen twee treinen of twee maaltijden kan afdoen. Is niet ee

van Phaedra

onze jaartelling tot haar volkomen verbastering in de vijfde of zesde eeuw. Deze sarkophagen zijn voor het meerendeel naar Pisa gebracht als zegeteekenen na de gelukkige krijgstochten, die in den loop der elfde, twaalfde en dertiende eeuw, door de toen zoo machtige republiek naar noordelijk Afrika, vermoedelijk ook naar Gri

, vroeger bekend als de sarkophaag van de Jacht van Meleager, thans als die van Phaedra en Hippolytus. De grieksche beeldhouwkunst toont zich hier, aan den vooravond van het christelijke tijdperk, in haar volle ontwikkeling: aan de zuiverhei

r machtigste en vroomste vorstinnen der middeleeuwen, van de gravin Beatrix. In de dertiende eeuw viel haar eene nog eervoller onderscheiding te beurt. Het aanschouwen van deze sarkophaag was voor Nicolo Pisano eene openbaring: zij opende hem de oogen om de

preekstoel behield men in de kathedraal twee leeuwen, die zuilen dragen, en eenige figuren van ondergeschikt belang; al het overige werd naar het Campo-Santo gebracht. De preekstoel Bladzijde 106van Giovanni Pisano komt in de hoofdlijnen overeen met dien, welken zijn vader Nicolo vo

l te Si?na, van de Kruisafneming in den dom te Lucca, en van de fontein te Perugia, waarvan de architektonische kompositie werd ontworpen door zijn beroemden florentijnschen tijdgenoot Arnolfo del Cambio. Vooral in de beide laatste werken vindt men meer uitdrukking en minder distinctie, meer effect en minder harmonie dan in die van Nicolo Pisano. Bij den vader wordt de smart bedwongen en beheerscht, bij den zoon geeft zij zich onbelemmerd lucht; bij den vader verliezen de handelende personen nooit hunne zelfbeheersching, bij den zoon geven zij zich geheel aan hun gevoel, aan hunne aandoeningen over

ne evenredigheid tusschen de verschillende figuren: sommigen zijn reusachtig groot, anderen bijna mikroskopisch klein, zonder dat de kunstenaar aan een geleidelijken overgang denkt. In de afzonderlijke bas-reliefs, gemis van ordonnantie: de plans zijn ternauwernood aangegeven; in plaats van zich als eene fries geleidelijk te ontwikkelen, zooals de kompositi?n van Nicolo Pisano doen, geven

uwgezetheid van Giovanni Pisano, vloeit toch het werk van dezen meester over van schoonheden van anderen aard, die de kritie

aat, om het moordtooneel niet langer aan te zien; nog eene andere tracht haar van schrik verstijfden zoon op te heffen; eene andere buigt zich over haar kind om van zijn half geopende lippen den laatsten ademtocht op te vangen. De kunstenaar geeft ons hier al

panischen schrik bevangen, haastig wegvluchten. Zoo doet dan eindelijk, na Laokoon en Niobé, opnieuw het dramatische, pathetische element zijne intrede in de beeldhouwkunst: toch is het niet de nog altijd ideale, geadelde smart van Laokoon of Niobé, ma

aan zijne leerlingen en helpers overliet. In het Campo-Santo vinden wij van hem eene Madonna, die zich door zeer gelukkige proporti?n en een monu

zich daar de ijzeren kroon op het hoofd en nam de meest energieke maatregelen om de welfische steden aan zijn gezag te onderwerpen. Over Genua begaf hij zich naar Pisa, waar hij met de grootste geestdrift ontvangen werd door de bevolking, die hem behalve eene gift van zestigduizend gouden florijnen, eene prachtige tent aanbood, uit kostbare stoffen geweven en met goud en edelgesteenten versierd. Gedurende zijn verblijf te Pisa, sprak hij den Rijksban uit over de steden Florence en Lucca, de eeuwige vijandinnen van Pisa. Na te Rome als Keizer te zijn gekroond en met voordeel gestreden te hebben tegen Koning Robert van Napels

geteekend; het gelaat is baardeloos, mager en hoekig, met vooruitstekend voorhoofd. Op de voorzijde van de sarkophaag, waarop de monarch rust, zijn, onder bogen, in hoog-relief, de beelden van de twaalf apostelen uitgehouwen; deze figuren zijn beneden het middel

ven), en met een wapenschild waarop een leeuw of een wild zwijn is afgebeeld, roept de herinnering voor onzen geest aan die uitmunte

ueezen weggenomen, werden zij vijftien jaren later door de overwinnaars ten geschenke gegeven aan de Florentijnen, de onverzoenlijke vijanden der Pisanen. Eeuwen lang prijkten deze zegeteekenen in de doopkapel te Florence, tot zij in 1848, in eene opwelling van edelmoedigheid, aa

Giovanni en Andrea Pisano-den beeldhouwer van de deur der doopkapel te Florence-in de dertiende en veertiende eeuw beproefd, scheen de krachten der school te hebben uitgeput. In de vijftiende eeuw is zij niet meer bij machte, zich aan te sluiten aan het roemrij

kunstwerken: deze buste is allerminst geschikt om ons een hoog denkbeeld te geven, hetzij van de schoonheid van Isotta, hetzij van het talent des kunstenaars. Naar mij

werking, in welks midden een borstbeeld is gebeiteld, waarin zij het portret van Michel-Angelo meenen te herkennen. Buiten kijf hebben de gelaatstrekken eenige

beroemde mannen en vrouwen uit schier alle deelen der wereld, wier stoffelijk overschot hier ter ruste is gelegd. Hoevele dooden, wier geschiedenis men zoo gaarne kennen zou: edele burgers van het stille Pisa, doorluchtige vreemdelingen, die eene schuilplaats zijn komen zoeken aan de oevers van den Arno. Welk eene machtige bekoring hebben zij, die half uitgewi

Claim Your Bonus at the APP

Open