De kinderen van Kapitein Grant, eerste Deel (of 3)

meer aan boord

30sten Augustus kreeg men de groep van Madera in het gezigt. Getrouw aan zijn belof

ondborstig met u spreken. Waart gij, vóór mijn ko

zeide Gl

roep reeds al het mogelijke gezegd en geschreven, bovendien is de druiventeelt deerlijk in verval. Verbeeld u, er zijn geen wijngaarden meer op Madera! De wijnoogst, die in 1813 twee en twintig duizend pijpen[1] opleverde,

de Glenarvan. "Dat i

van de piek van Teneriffe, die ik altijd gehoopt heb te zien. De gelegenheid doet zich nu op. Ik maak er gebrui

" antwoordde lord Glenarvan, die n

regt om te

nderd vijftig mijlen[2] liggen tusschen de beide groepen, en die a

De Franschman bestormde zijn makker met vragen over Chili; eensklaps viel de kapitein hem in de r

in!" antwoordd

kant uit. Bespeu

ie

Gij moet niet naar den gezigteinder

en? Of ik a

buitenste punt va

ie ni

j, en hoewel wij er nog veertig mijlen van af zijn, is de pi

t toch eenige uren later wel toegeven, als hij

delijk?" vroeg h

at nu," voegde hij er op een toon van minachting

zel

niet heel h

zend voet boven den spi

Mont-Blanc

op klimmen aankomt, zult gij haa

der wijnstokken, den gordel der laurierboomen, den gordel der pijnboomen, den gordel der alpenkruiden, en eindelijk den gordel der onvruchtbaarheid. Hij heeft den voet gezet op het bovenste puntje der bergspits, waar niet eens ruimte genoeg was om te gaan zitten. Van den

et is jammer; want gij zult u deerlijk vervelen, als gij in de haven van Te

l lagchende. "Maar, waarde Mangles! leveren de Kaap-

kelijker dan te Villa da P

landgenooten zal aantreffen. Ik weet wel, dat men die groep niet zeer belangrijk, woest en ongezond noemt; maar in het oog van den aardrijkskundige is alles wetenswaardig. Zien is o

dat de aardrijkskunde veel winnen zal bij uw verblijf op de Kaap-Verdische eilanden. Wij moeten

kreeftskeerkring. Nu begon het weder te veranderen. Het was de vochtige en drukkende lucht van den regentijd, "le tempo das aguas", zooals de Spanjaarden zeggen; een jaargetijde, dat wel lastig is voor de reizigers, maar zeer welkom vo

San Jago dwars van zich af, dat van het noorden naar het zuiden doorsneden wordt door een keten basaltbergen, die in twee hooge toppen uitloopen. Vervolgens liep John Mangles de baai van Villa-Pra?a in, en ankerde weldra voor de stad op acht vademen diepte. Het was een verschrikkelijk weer en de branding

blijven, terwijl lucht en zee haar water in een onuitsprekelijke verwarring met elkaar vermengden. Het weder was natuurlijk het eenige onderwerp der gesprekken aan boord. Ieder z

e dikke gordijn van regen

m gedaan, geloo

lenarvan, "dat de elementen

ij toch niet

lk een regenbui aan land

alleen bang voor mijn bagage en mijn i

id laat zeker wel wat te wenschen over en het gezelschap van apen en zwijnen is juist niet bijzonder aangenaam. Maar een reiziger moet daa

ht maanden!"

Maar gij zult uw tijd nuttig kunnen besteden. Deze archipel is nog weinig bekend. Er is nog niet veel ge

stroomen kunnen nagaa

oomen, mevrouw!"

rivier

jn er e

e beke

jn er o

oor, "dan kunt gij d

moeten er boomen zijn;

land!" rie

zeide nu Glenarvan, "de be

iets belangrijks op, mylord! En bov

igt!" zeide

nden voor het werk van Von Humboldt, hier heb ik een anderen

t is onm

oorlogskorvet la Décidée, toen zij de Kaap-Verdische eilanden aandeed; hij heeft den belangrijkste

antwoordde lady Helena. "Wat zul

eenige oogen

e Madera aan land te gaan, al is e

het aardrijkskundig genoo

majoor op een toon, alsof hij wi

m nu Paganel, "waar denkt

t te Con

een heel eind uit

j kaap Hoorn zijt, komt gij

og te bezi

gezigt, "als men naar Indi? gaat, komt het e

og mo

er pampa's van Patagoni? even goed Indian

nel, "zulk een redeneering zo

dienen; er is overal wat te doen, wat te zoeken, wat te ontdek

van den Yarou-

weinig bekende rivier, die op de kaart wel wat al te w

niet of het aardrijkskundig genootschap zou mij, als ik er om gevraagd had, even gaa

n uw gewone ve

ar met ons mede!" zeide lady

ending dan

r de straat van Magellaan zu

j zijt een

at wij Hongerhaven

e kanten bestormd werd, "die haven, welke zoo

a, "dat gij het regt zult hebben om bij deze onderneming

nder tw

nzen togt, en is er iets schooners, dan de wetensc

ezegd,

. Doe gelijk wij. Zij heeft ons dit document toegezonden; wij z

ienden?" hernam nu Paganel, "gij heb

blijven, Paganel!"

rde aardrijkskundige; "maar ik

is gelijk aan

ent nege