De kinderen van Kapitein Grant, eerste Deel (of 3)
t van Ma
bert vloog hem met een veelzeggende levendigheid om den hals. Het scheelde weinig, of de waardige
gen jongen, Helena om een goed en edelmoedig mensch, Mary Grant om een dankbaren kweekeling van zulke
erliet, den koers westwaarts naar de kust van Brazili? rigtte, en den 7den September, na met e
worden. De kapitein koesterde wel het meeste vertrouwen. Maar zijn vertrouwen vloeide vooral voort uit zijn hartewensch om miss Mary gelukkig en getroost te zien. Hij ha
n hand, behalve den majoor, die zeer onverschillig was voor aardrijkskundige vraagstukken, vooral tegen etenstijd. Ook had hij een heelen hoop zeer geschonden boeken in de koffers van den eersten stuurman gevonden, en daaronder eenige spaansche werken, hetgeen hem op den inval bragt om de taal van Cervantes, welke niemand aan boord magtig was,
n Robert praktisch te onderrigten, en vertelde hij hem de ge
n misschien niet weten. Paganel vertelde de geschiedenis van Amerika, en om op de groote zeevaarders te komen, wier spoor het jagt nu volgde, begon hi
lde dit gelooven. Paganel
i? gemakkelijker te maken, en het Oosten te zoeken langs westelijke wegen; in een woord, om langs den kortsten weg naar "het land der specerijen" te gaan. Columbus beproefde het. Hij deed vier reizen; hij deed Amerika aan
mijn verwondering niet ten kwade duiden, evenmin als mijn verlangen om te weten, welke zeevaa
en den achtsten graad zuiderbreedte, waaronder hij de braziliaansche kust aantrof. Een jaar later kwam de Portugees Cabral tot aan de haven Seguro. Vespucius ging later op zijn derden togt in 1502 nog verder zuidwaarts. In 1508 verbonden zich Vincentius Pinzon en Solis om de kusten van Amerika te onderzoeken, en in 1514 ontdekte Solis den mond der Rio de la Plata, waar hij door de inboorlingen verslonden werd, zoodat aan Magellaan de eer te beurt viel van de aarde rond te reizen. Die groote zeevaard
getogen was van geestdrift door de woorden van den aa
id niet hebben laten ontglippen, als de hemel mij
" antwoordde lady Helena; "want dan zoudt gij ons nu op
moedige gelukzoekers waren groote stedenstichters. Cusco, Quito, Lima, Santiago, Villarica, Valparaiso en Concepcion, waar de Duncan ons heenbrengt, zijn hun werk. Te dien tijde
t, "zou nog niet tev
ar broeder aanzag, die opgewonden werd bi
t?" vroeg lord Glenarvan me
, wat er aan gene zijde de
en uwer landgenooten, mylord! vooronderstelde. Het is dus stellig zeker, dat als Robert Grant en Jacques Paganel in de zeventiende eeuw geleefd hadden, zij z
leerden?" vro
leenhandel het gevolg van dat voorregt. Menige handelaren wilden daarom dat monopolie nutteloos maken door een andere straat te ontdekken, en daaronder behoorde een zekere Isaac Lemaire, een schrander en bekwaam man. Hij rustte met eenige burgers van Hoorn twee schepen uit onder bevel van zijn neef, Jacob Lemaire, en van Schouten, een goed zeeman, te H
ik wel bij willen
lijnen onduidelijk, afgebroken, onzamenhangend! Hier een eenzame kaap, daar een afgelegen baai, verder een golf, die zich in de ruimte verliest. Langzamerhand worden de ontdekkingen volledig, de lijnen sluiten aan elkander, de punten op de kaart maken plaats voor een streep; de baaijen dringen boogvormig in bepaalde kusten, de kapen rusten op vaste oevers; eindelijk ontvouwt zich het nieuwe vastland met zijn meren, rivieren en stroomen, zijn bergen, da
arde Paganel!" ant
wat
wij d
den ingang der beroemde straat gerigt; verscheidene malen bemerkte men de lage kusten van Patagoni?, maar als een lijn, die ter naauwernood aan den gezigteinder
en zeventig mijlen[2] lang is; de de grootste schepen vinden overal diep water, zelfs op de ondiepten aan de oevers, een uitmuntenden ankergrond, talrijke waterplaatsen, vischrijke rivieren, een overvloed van wild in de bosschen,
spunt of bijzonderheid van de straat over het hoofd zien; de togt zou ter naauwernood zes en dertig uren duren, en dat bewegelijk panorama van de beide oevers was wel de moeite waard, die de gele
atagoni?rs te zien. Dit speet hem zeer,
atagoni?rs is geen Pata
ge!" antwoordde hem Glenarvan,
r niet ze
aan toch," zei
zeer, mevrouw! o
h "grootvoeten" beteekent, zal toch wel n
ening bleef volharden om het gesprek aan den gang te houden, "bove
iep Glenarvan. "Wis
"en ik zou er geen schots po
iremenen, de Chili?rs Cancalhues, de kolonisten van de Carmen Tehuelches, de Araucani?rs Huiliches; Bougainville geeft hun den naam van Chaouha, Falkner dien van Teh
en in te brengen!" a
ch, meen ik, bekennen, dat zoo er al twijfel bestaat over den na
iets bekennen,"
root," zeid
et het
?" vroeg l
niemand
ide Mac Nabbs om alle
t het e
ep Glenarvan "De reizigers
drijkskundige, "zijn het volstrekt niet eens. Magellaan
el
de Engelschen grooter zijn
oordde de majoor op een toon van mina
hernam Paganel. "Hawkins maakt er reuzen van. Lema
loofwaardige liede
el is waar verzekeren Byron, la Giraudais, Bougainville, Wallis en Carteret, dat de Patagoni?rs zes voet en zes duim lang zi
t is nu de waarheid te midden
ot bovenlijf hebben. Men kan dus zijn gevoelen op een grappige wijze uitdrukken door te zeg
mijn waarde geleerde!
l zou maken. Maar ten besluite, mijne Vrienden! voeg ik er deze troostrijke o
voet op; de avond viel, voorafgegaan door een lange schemering; het licht verdween onmerkbaar met zachte schakeeringen; schitterende sterrebeelden werden aan den hemel zigtbaar en het Zuiderkruis wees den zeevaarders de rigting der zuidpool. Bij die verlichting door het schijnsel der sterren, die de vuurtorens op de kusten der beschaafde landen vervangen, zette het jagt, in weerwil van den nacht, zijn reis moedig voort, zonder het anker te werpen in een der menigvuldige baaijen op den oever; dikwijls raakte de top der ra de takken van de beuk
akken van de beuken der zuidpoolgewest
e koude teisterde de kolonie, de hongersnood doodde degenen, die de winter had gespaard, en in 1587 vond de kaper Cavendish den laatste dier
ijke hoogte verhief. Men voer voorbij den ingang der St.-Nicolaasbaai, vroeger door Bougainville de baai der Franschen genoemd; in de verte dartelden kudden groote robben en walvisschen, althans naar de waterstralen te oordeelen, die op een afstand van vier mijlen zigtbaar waren. Eindelijk voer men om kaap Frowa
ap Froward; want kaap Hoorn is slechts een afgezon
ls een ontzaggelijke walvisch, die op strandkeitjes is aangespoeld. Welk een verschil tusschen dit verbrokkelde uiteinde van Amerika, en de sierlijke en nette punten v
gen stoomde zij voorbij eenige spaansche factorijen, die op deze verlatene oevers waren opgerigt. Bij kaap Tamar werd de straat breeder; het jagt had nu de noodige ruimte om de steile kust der Narborough eilanden om te varen, en naderde den zuidelijken oever. Zes en dertig uren eindelijk nadat het de straat was ingestoomd, ontdekte men de r
n gouverneur-generaal aangezegd, dat zij tegen het octrooi, aan de Oost-Indische maatschappij verleend
130
waarop Magell