icon 0
icon TOP UP
rightIcon
icon Reading History
rightIcon
icon Log out
rightIcon
icon Get the APP
rightIcon

De Zwarte Kost

Chapter 7 No.7

Word Count: 2165    |    Released on: 30/11/2017

schiedde

jongeling van een dertigtal jaren, lang en mager, geheel in 't zwart gekleed, met een geelblonde baard en lichtblauwe ogen en 'last not least' twee negers, en wel de beide prinsen Albert Badoe en Boudewijn Soera, beiden aanzie

zien of men nu nog eens zo brutaal met hen de spot zou durven drijven. Doch neen, iets dergelijks zou ditmaal niet geschieden. Het volk wist nu reeds te veel af van Congoland, de zwarte huid van de Afrikanen verwekte geen hoongeschreeuw meer. Een dof rumoer ging zwellend door

aarvan een soort van handelsreiziger in ellegoederen of specerijen, zonder het minste uiterlijke prestige. Onheilspellende spotgeluiden begonnen zich toch hier en daar te laten horen; Blink, die met de stoet meeging, riep onbeschroomd dat de man geen echt Afrika-reiziger was. Alleen het r

zuster; en dan de juffrouwen Balcaen, de juffrouwen Speleers, de juffrouwen Van Vreckem, en dan nog vele andere juffrouwen en heren, met één woord al de notabelen van de gemeente. En toen achter deze eerste rijen van uitgelezen publiek de dubbele deur voor de menigte geopend was, werd de zaal als het ware stormenderhand ingenomen. In een oogwenk was ze stampvol. Een soort van worsteling greep zelfs plaats in de achtergrond, wa

glas water dronk alvorens zijn voordracht aan te vangen, staken fatsoenlijke lui fluisterend het hoofd bij elkaar, en keken goedkeurend-glimlachend naar Massijn, alsof zij zeggen wilden dat zij het zeer kranig vonden, dat hij nog eens met zijn prinsen op het dorp terugkwam. Toen dronk de reiziger nogmaals een teugje water, en, nadat hij ook nog eens gekucht had, begon hij zijn voordracht, dezelfde, die hij sinds anderhalf jaar aan de vier hoeken van het land uitkraamde. De boeren en 't gepeupel, op houten banken gezeten staande in de achtergrond van de zaal, luisterden met wijde ogen en gapende monden; de fatsoenlijke lui hielden het hoofd gebogen en de blik opzij, een weinig uit het veld geslagen door het zeer onaangenaam orgaan van de Brusselaar, en de bijzonder platte manier waarop hij zich in het Vlaams, dat hij maar

naast de tafel neer en haalde één voor één uit het valies de voo

zei in Congo de veruurdielde de kop afsloan en hier zaain de bogens en de paaile woarmei

als buigend, toonde een soort houten ruw gebeitelde pop, die vol

goan veuren bidde en offerande breinge as

n staken gretig de handen uit. Vooral meester De Vreught, die opgestaan was en zijn bril had opgezet, examineerde ieder stuk met een glimlach van innige belangstelling, alvorens ze aan de naast hem zittende heren Spittael en Potvlieghe te overhandigen. Een toenemend rumoer verspreidde zich

nd tot hand rondom de zaal waren gedragen, werden zij door Massijn in het valies teruggelegd en ging de redenaar

at oalgemien de veelwaaiverij. De vrouw as er

uist een van die dingen die hij het moeilijkst aan zijn gewone herbergaanhoorders kon doen geloven. Meester De Vreught, onde

ve, die van niets beiters weite, komen doar volstrekt nie teigen in opstand,

em van de blikslager Blink, die schertsend een opmerking maakte, terwijl integendeel onder het dames- en vrouwenpubliek a

et gebuird langs den Kimbiri een Arabischen chef

hun plaats op. 't Was een kort ogenblik stomme verslagenheid. Meester De Vreught slaakte een oh! van ontsteltenis en de spreker onderbrak even zijn voordracht, ter

e bezweren, was opgestaan. De spreker, heel even maar

aain die op zekere punte nogal lichtgeroakt zaain. Maai dun

de onze, stamerde Massijn in de drukkende stilte gans ontroerd en tevens

stoelen van de juffrouwen Balcaen gevestigd; de stilte werd benauwend. De angstige blikken van B

s lopen en ga voort, riep eensklaps e

ker. Toen raadpleegde hij haastig en in stilte zijn gezellen Spittael en Potvliegh

zedenschendends is, maar, als het er voor u niet op aankomt, zouden wij toch liever, om niemands, ook misschien

edevoerder riep dat hij maar ongestoord zou doorpraten. Maar terwijl meester De Vreught zich rood van toorn tot de beroerde

precies gelaaik, zulle! Maai

isterde woorden tot Massijn, zette hij met

lotrede zich halvelings tot Massijn wendend, sprak hij de lof uit van de jeugdige reiziger, die weldra naar

ren knikten gewichtig met het hoofd, de vrouwen waren bleek van ontroering, moeder Massijn en Fietje barstten plotseling in tranen los. En toen Kinel, Massijns beide handen vatte en d

n woorden; hij kon enkel, evenals Kinel, groetend buigen, terwijl zij beiden, met de prinsen, naar de deur achteruitweken. Alleen op de

! Adieu! e

Claim Your Bonus at the APP

Open