De Zwarte Kost
ag was eindeli
durende de eerste mis, gecommunieerd. Hij was tot de lange reis uitgerust. Al zijn afscheidsbezoeken waren volbracht, zijn volle koffers stonden op elkaar gestapeld in het smalle gangetje, hij moest ma
wetse hoge hoed. Bescheiden glimlachend verscheen hij in de keuken, waar Massijn, in groot uniform, gereed stond. De koe
gekomen, sprak Massijn met een stokkende stem. En bleek, met ro
ren de beide vr
Schrijf ons, schrijf ons dikwijls, gedraag u goed, en pas op uw gezondheid. En 't hoofd
.ot weerziens, snikte Massi
elsde zij hem, en gelijk moeder, ga
alle drie in stil
luidruchtig. Buiten in een dof gegons van menigte, klonk bijw
is tijd, sprak meester De Vreugh
t voorschoot vóór het aangezicht op stoelen waren neergezakt. En daarop keerde hij zich met een bruuske bewegi
omringd van een krielende volksschaar, de heren Spittael en Potvlieghe. Massijn, wiens ontroering reeds een weinig gestild was, wipte uit het rijtuig, liep vlug over de
peinzen op een stoel gezeten naast het venster, d
stochtelijker; en op dat plechtig ogenblik, in die wanhopig-verliefde knelling van beider lichamen die van elkaar niet wilden scheiden, kreeg hij even, in een plotselinge openbaring, benevens het akelig visioen van de rampen en ellenden die hij tegemoet liep, het helder bewustzijn van de gekheid van de daad waa
meester De Vreught zijn hoofd in het kamertje stak, Massijn door een wenkteken verwittigend, dat het hoog tijd was te vertrekken. Toen droogde
ij getrouw gedurende drie...ie jaren, ik za...al het ook
r De Vreught dwars door de gonzende gelagzaal. Zij klommen weer in het rijtuig waar de heren Spittael en Potvlieghe reeds plaatsgenom
tel, de verbazende gebeurtenis was een volbracht fei