icon 0
icon TOP UP
rightIcon
icon Reading History
rightIcon
icon Log out
rightIcon
icon Get the APP
rightIcon

De Zwarte Kost

Chapter 9 No.9

Word Count: 3191    |    Released on: 30/11/2017

ertrek, nog plaats: de blikslager Blink die, om tien uur stomdronken uit Het huis van Commercie komend, door zijn geweld de ganse straat in rep en roer bracht, schreeuwend dat het laatste woord

buitenkwam en hem bij de arm in huis poogde te trekken, werd hij eensklaps als razend, en overlaadde hij haar met slagen in het midden van de straat,

ag, de ganse dag liep aldus voorbij, en eerst toen de laatste postwagen van Bavel op de dorpsplaats aankwam, de

atst, hij was vertrokken met de glimlach op de lippen, en tot het laatste moment, terwijl het reusachtig, bruisend en

Potvlieghe had hem op zijn kantoor laten vervangen door een andere commies, en enkel in 't huis van Commercie praatten de notaris en zijn gezellen nog elke avond over Fortuné en zijn verre reis. Zij leefden in afwach

beurd was met de stoomboot, of Massijn wellicht schipbreuk had geleden. Zij durfden er bijna niet luid meer over spreken, en zij ontweken zoveel mogelijk het huis van de weduwe Massijn, waar de twee vrouwen opnieuw ganse dagen za

se postbode, met een van vreugde stralend gelaat, als was hij zelf van een zware kommer ontlast, bij de weduwe Massijn, bij de heren Potvlieghe

ler te onthalen op een glaasje jenever, terwijl hij zelf, met een vrolijk lachje van verzoening, de man op de schouder klopte. En alvorens de omslag te scheuren keek hij ook lang glimlach

ag met zijn pennemesje, haalde er d

van opgewekte aandacht, even met een wrevelige hoofdbeweging de ongeduldige vr

iets in te lezen dat hij maar niet vinden kon; en in de enveloppe keek, om zich te overtuigen dat er waarlijk niets meer achter w

oed, maar hij ve

ór Madeira om kool in te laden, en den volgenden morgen hebben wij de Coomassie ontmoet die naar Europa terugtoog', maar zonder door een enkele omschrijving aan te duiden, wat voor een uitzicht Madeira wel had, noch wat de Coomassie ook zijn mocht. Ofwel hij vertelde: 'Terwijl ik zit te schrijven komt mijn goede vriend dokter Dancla mij voorstellen samen in den bar een cocktail te gaan nemen'; of nog: 'Ik moet het schrijven staken want wij zijn reeds volo

op en liep bij zijn buurvrouw aan, in de hoop dat Fortuné tenminste aa

en die hij toch moest gezien hebben. Trouwens, daarom bekreunden moeder Massijn en Fietje zich het minst. Het enige wat hun van belang kon we

held dan hijzelf was, vooral de handelaar in kolen, die dolgaarne iets meer zou vernomen hebben aangaande dat interessante kolen inladen vóór Madeira; en, wat Eulalie betreft, die stond vuurrood in de herberg achter

dat Fortuné zijn kort verblijf aldaar niet had te baat genomen, om, al was 't ook slechts een klein vaatje van die fijne drank naar Akspoele te sturen, zodat men eens over 't verschil kon oordelen? Maar wat mocht wel die cocktail zijn, welke die dokter Dancla aan Massijn voorgesteld had in de bar te gaan nemen? Waarschijnlijk een grote vis en de 'bar' ongetwijfeld het barkje, het schuitje waarmee zij hem zouden vangen. Blijkbaar waren de passagiers, die ganse dagen niets te verrichten hadden, aangelokt tot zulk een tijdverdrijf. Wat betreft Las Palmas, de plaats waar Massijn zijn brieven naar de post gebracht had, dat was de hoofdstad van dit eiland hier 'la grande Canarie'. Natuurlijk was het daar, zoals de naam het genoeg aanduidde, vol prachtige palmbomen, net als in het eiland zelf de kanarievogels

n Akspoele uit. Deze droegen op de omslag postzegels met het beeld van koning Leopold en waren gestempeld uit Boma. En, van t

antwoord van meester De Vreught op zijn eerste brief ontvangen; en nu de tocht begonnen was, maakte hij soms van de avondrust gebruik om in zijn tent aan

verlede begon die hartstocht te verzwakken, verradend een gedwongenheid, een opgeschroefdheid om het optimisme vol te houden, waarbij aldra een meer en meer ontmoedigde teleurstelling tussen de

daar niet te bedroeven; maar u durf ik toch wel vertrouwelijk zeggen dat alles in dit land lang niet zoo rozekleurig is als zij in Belgi? wel denken, en dat er hier wel heel veel leelijke e

een dorp. Daar de plaats geschikt bleek te zijn besloot de kommandant er te kampeeren. Het avondmaal werd ons, als naar gewoonte voorgedischt in de groote tent, en, nadat men veel gegeten en

lotseling door een razend gedruisch van geschreeuw en geweerschoten wakker werd geschrikt. Met een angstkreet spr

n kreten en vloeken, om u het bloed in de aderen te stollen. Het waren de inboorlingen van het nabijgelegen dorp die het kamp bestormden. Dat duurde zoo ruim een half uur

rop twee kaarsen brandden. Zij lachten zelfs uitbundig toen ik binnenkwam, en, terwijl een boy twee flesschen champagne en glazen op de tafel schikte, ontwaarde ik, tot mijn stomme verbazing, bij het weifelend schijnsel der kaarsen, in eenen hoek der tent vier half

antwoordde de chef der karavaan, met den vinger naar de negerinn

dan vrijgezel gebleven, d

bijzonder goed van onze beschaving onthouden hebben, meester: vloeken en jenever drinken. Voortdurend, bij elke inspanning, als ze een vracht moeten sleuren, als ze eens flink moeten roeien, komen de godverrr...s en de sakerrr...s uit hun mond gerold. Ze vloeken gelijk duivels, waarde meester; en, wat de jenever betreft, zoodra ze daar maar kunnen aan geraken drinken ze er op los tot ze vallen. Mijn me

r. Ik zal maar liever geen namen van plaats noch personen noemen; een brief geraakt zoo gemakkelijk verloren in deze wilde streken, en hier, evenals in Belgi?, e

as om naar Boma te vertrekken. Er waren verscheidene blanke passagiers aan boord, waaronder namelijk de chef der factorij, die, na zijn v

elt, een gillend angstgeschreeuw weergalmt. Schrikkend slaan wij de oogen op, en ontwaren op de spits der rots, aan den boord zelven van den afgrond, een vrouw, een jonge negerin, die, smeekend en huilend, met gebaren van wanhoop haar beide armen, waarin zij een klein

niet een enkel onzer redders, ondanks al hunne moed, in 't water springen. Vier mannen snellen in een schuitje en pagaaien uit al hunne macht een vijftigtal meters stroomafwaarts, waar de rampzalige vrouw,

jzit van den chef der factorij, van dien in Belgi? gehuwden man en huisvader; en zij bracht zich met

dat zij uit Belgi? medebrachten, hun plotseling ontnomen werd. Zij hebben reeds driemaal tegen andere knapen van hun leeftijd gevochten, en men is er ook toe genoodzaakt geweest hun de vóór het vertrek uit Antwerpen als geschenk gegevene revolvers te ontnemen, omdat zij er mee op de dragers schoten.

Claim Your Bonus at the APP

Open