Login to MoboReader
icon 0
icon TOP UP
rightIcon
icon Reading History
rightIcon
icon Log out
rightIcon
icon Get the APP
rightIcon
5.0
Comment(s)
3
View
14
Chapters

De Zwarte Kost by Cyriel Buysse

Chapter 1 No.1

Het sloeg juist elf, die zondagmorgen, en in de enkele straat van het dorpje was alles stil en vreedzaam, toen, in een plotselinge opschudding, van huis tot huis de deuren openvlogen, en de bewoners met uitroepingen van verbazing op hun dorpels kwamen.

Er moest voorwaar geen gewichtige gebeurtenis in het rustig Akspoele plaatsgrijpen, om er terstond de lieden op de straat te lokken: de enkele voorbijtocht van een ongewoon rijtuig of de verschijning van een onbekende waren daartoe ruim voldoende. Doch ditmaal gold het iets zó buitengewoon ontzettends, dat het er terstond als een klein oproer werd.

Dáár, aan het uiteinde van de straat, komend in het dorp langs de weg van het station Bavel, naderde met rasse tred, vergezeld van een joelende bende knapen en meisjes, een groep van drie personen.

Hij, die in het midden liep, werd dadelijk herkend. Het was Massijn, Fortuné Massijn, de klerk van notaris Potvlieghe. Maar of de twee anderen mensen of dieren waren, dat konden de stomverbaasde dorpelingen nog niet bevestigen.

Zij hadden de gestalte en de lichaamsvormen van twee magere, te vroeg opgeschoten vijftienjarige knapen. Beiden droegen een zwartfluwelen pak, met korte broek en koperen knopen op het wambuis; beiden hadden lange rode kousen aan, en op het hoofd een zonderlinge rode pet, met zwarte, schuins afhangende kwast. Doch wat volstrekt op niets menselijks meer leek was hun gezicht: een glimmend-zwarte, monsterlelijke tronie met vervaarlijke ogen en vingerdikke lippen; en hun handen: afschuwelijke handen, zwart, lang en mager gelijk beestenklauwen. Een soort van zwarte, dichtkroezende wol bedekte hun slapen; en door hun oorlellen staken overgrote koperen ringen, woest schitterend in de ochtend-zonneglans.

Massijn was in het dorp bekend als een allerzonderlingste kerel. Het greintje hoogmoedswaanzin, waaraan hij laboreerde, openbaarde zich bij hem in een zeer curieus verschijnsel: hij was bezeten door de manie der kennismaking met vreemdelingen. Men wist maar niet waar hij die steeds vandaan haalde, doch weinig zondagen gingen er voorbij dat hij niet de een of andere onbekende bij zich had, waarmee hij, opgeblazen van trots, de herbergen van Akspoele bezocht, met zijn verwarde uitspraak van hakkelaar de vreemdeling aan zijn kennissen voorstellend als "zij...ijn bêêêsten vri...iend" van deze of gene, door de dorpelingen nooit gehoorde stad of streek; hem gul onthalend op al wat hij maar drinken wilde; hem eindelijk aan tafel uitnodigend en hem zelfs vaak met een rijtuig naar het naastgelegen station terugbrengend, dit alles tot grote ergernis van zijn moeder en zuster, die in dergelijke kennismakingen niet het minste genoegen vonden, en er integendeel zeer tegen opzagen een deel van het beperkt huiselijk inkomen zo nutteloos te zien verspillen.

Zo bont als nu had hij het evenwel nog niet gemaakt. De wijze, waarop men hem bespotte was doorgaans bescheiden, maar nu liep het waarlijk de spuigaten uit.

Indien Massijn met zijn twee jonge negers vlug doorgestapt was, wellicht had hij, in de stomme verbazing van de dorpelingen, zonder onaangenaamheden tot aan zijn moeders huis kunnen geraken; doch een bescheiden intrede was nu juist zijn bedoeling niet. Hij tuurde glorieus rechts en links naar de vóór de deuren der huizen en herbergen saamgeschoolde menigte, nam nu en dan voor een kennis zijn hoed af, groette geestdriftig met de hand; en, vóór de stoep van de herberg Het huis van Commercie, waar zich een drukke groep bevond, hield hij plotseling stil, klom de trappen op, naderde tot een heer met stuurs gezicht en grijze baard, en sprak, trillend van hoogmoed:

-Mee...ee...eester Potvlieghe, ik heb de eer u twee...ee van mijn bêêste vrienden voo...oo...oor te stellen: A...albert Badoe en Bou...ou...oudewijn Soera, bei...eiden prinsen uit Co...o...congoland.

En tot de twee jonge zwarten, als konden zij hem verstaan:

-A...Albert, en Bou...oudewijn, ik stel u mij...ijn meester voor, mij...ijnheer Po...o...otvlieghe, no...otaris te Akspoele.

De menigte, die hen volgde, had onmiddellijk, met verwarde kreten en geluiden, Massijn en de negers omringd, en de buren kwamen van hun dorpels aansnellen, terwijl de twee zwarte prinsen, onthutst en beleefd, hun zonderlinge petjes afnamen en beurtelings de hand drukten die de verbaasde buitenheer, even na een aarzeling als van vies wantrouwen, tot hen uitstak.

-Mij...ijnheer Spittael, ha...ha...handelaar in kolen, hervatte hoogmoedig Massijn, de jonge prinsen aan een tweede dorpsheer voorstellend.

-Mij...ijnheer De Vreught, gepensioneerd o...o...onderwijzer, tot een derde.

En daar juist Eulalie, de herbergiersdochter, aan wie Massijn de naam had een weinig het hof te maken, haar verbaasd, blozend gezicht tussen de schouders van die twee heren uitstak:

-Eu...eu...Eulalie, riep hij, gans opgewonden op haar toetredend, hier zijn twee...ee jonge A...a...afrikaanse prinsen, die u dee...ee..eze namiddag zullen ko...ko...komen bezoeken.

Vuurrood, met een gebaar als van schrik, trok het meisje haar hoofd terug, terwijl uit de joelende volksschaar een schaterend gelach opsteeg.

Gebelgd, met een gestreng-hoogmoedige blik, keerde Massijn zich naar de spotters om. Doch hij trok minachtend de schouders op, en, opnieuw zich wendend tot notaris Potvlieghe en zijn gezellen, begon hij hun enkele uitleggingen te geven.

-Mij...ijneer Po...otvlieghe, deze jonge prinsen zij...ijn slechts enkele maanden geleden do...or de zendelingen van het klooster van Amertinge, wa...ar, zoals gij weet, mijn broe...der econoom is, uit Co...o...congoland meegebracht, o...om in dat bewuste ge...esticht van Amertinge hun o...o...opvoeding te...te krijgen. A...Albert, de oudste, is ee...een der zonen van een ko...o...koning uit de omstreken van Vivi, en Bou...oudewijn behoort tot een a...adellijke fa...a...familie van Lee...ee...opoldville. Zij volgen nog maar sinds vi...ier maanden de lessen van het pensionaat en ree...eeds kunnen zij ta...melijk goed Frans en Vla...aams lee...ezen, spreken en schrijven. Het volgend jaar, als hun o...o...opvoeding volbracht za...al zijn, kee...ee...eren zij naar hun land terug, en nu...u zijn ze mij do...oor mijn broeder toe... vertrouwd, om ee...enige dagen van hun va...akantie bij ons door te brengen.

Er heerste een ogenblik stomme stilte, als van verslagenheid. De zwarte prinsen hadden weer het rode petje met zwarte kwast op 't hoofd gezet; de notaris, de kolenhandelaar, de gepensioneerde onderwijzer en de andere op de herbergstoep geschaarde dorpelingen, staarden het drietal aan met ronde ogen, zonder een woord te spreken. Blijkbaar vraagden ze zich af of Massijn thans bepaald gek geworden was, en meneer Potvlieghe opende de mond om toch iets te antwoorden, toen eensklaps, als was het op maat bevolen, opnieuw een oorverdovend hoongejouw en gelach uit de vóór Het huis van Commercie opeengeperste menigte losbarstte.

Verontwaardigd, met fonkelende ogen, keerde Massijn zich om:

-Zij...ijt ge niet beschaamd! schreeuwde hij, verbaasd en woedend, zich in volle lengte oprichtend.-W...at zullen die...ie jongens, die hier o...om beschaving komen, van ons volk wel denken!

Als bij toverslag hield het geschreeuw op en viel er een luisterende stilte. De ogen van de toeschouwers blonken van opgewekte nieuwsgierigheid, men wachtte gretig dat Massijn nog meer zou zeggen. Maar toen hij, na een paar malen met vertoornde deftigheid herhaald te hebben: "'k zou ...ou me toch schamen, vo...oor beschaafde mensen", nogmaals zweeg, brak het geschreeuw plotseling weer uit: een woest, dierlijk geschreeuw; een geschreeuw en gegil zonder woorden; een geschreeuw om 't uitsluitend vermaak van te schreeuwen.

't Gelaat vuurrood, de ogen uitgepuild van woede en verbaasdheid, bleef Massijn een ogenblik in stomme onbeweeglijkheid naar het gepeupel staren, terwijl de beide prinsen, bevend van schrik, zich tegen hem aandrongen.

-Gij...ij schurken! Gij...ij lelijke schurken! barstte hij eensklaps uit, buiten zichzelf van verontwaardiging.-'k Ben beschaamd da...at ik tot uw natie behoor! Indien gij...ij in Co...o...congoland moest komen, ik ben zeker da...at de wilden u er waardiger zou...ouden ontvangen, da...an gij, be...eschaafde lieden, hie...ier de wilden ontvangt.

Opnieuw, als bij toverslag, viel de stilte. Met gapende ogen en monden liet men hem uitspreken, wachtte men even of hij nog meer zou zeggen. Maar toen men zag dat hij van gramschap stikte en niet verder spreken kon, brak nogmaals het hoongeschreeuw los, het woest, oorverdovend geschreeuw en gegil zonder woorden, tegelijkertijd, door een honderdtal monden, als door een enkele mond geslaakt.

Toen bood Massijn de menigte niet langer 't hoofd. Hij maakte een verontwaardigd gebaar tot meneer Potvlieghe en zijn gezellen, als om hen tot getuigen te nemen van die wraakroepende schande; ontwaarde nog even het gelaat van Eulalie, die, zijn blik ontwijkend, rood van schaamte achter de ruggen verdween; daalde met één sprong van de stoep, vatte Badoe en Soera bij de hand en stuwde ze moedig vooruit, door het jouwend gepeupel, dat instinctmatig voor hen ruimte maakte, maar onmiddellijk zijn schaar weer sloot, nu aanhoudend schreeuwend en gillend het drietal op de hielen volgend.

En het werd iets verschrikkelijks. Het wild geschreeuw was van lieverlede ontaard in een zó onnoemelijke verwarring van allerhande wangeluiden, dat de ganse straat ervan dreunde. Een bende knapen en meisjes huppelde met wilde sprongen de stoet vooruit; kreten en gelach zwollen tot een reusachtige uitbarsting van dolheid; een hele groep, de stap op maat, de armen zwaaiend in cadans, begeleidde de rampzalige Massijn, en de twee negers onder het luidkeels zingen van een walgelijk straatdeuntje. Op een gegeven ogenblik maakten zij het zo bont, dat de veldwachter, wiens huis zij juist voorbijtrokken, hevig zijn deur openrukte, een ogenblik stom-roerloos op zijn drempel bleef staan, en plotseling weer binnen liep, alsof hij zijn sabel wou halen.

Massijn en zijn negers hadden het haast op een rennen gezet. De rampzalige klerk, doodsbleek en de blik als door een floers beneveld, uitte geen klank meer; Badoe en Soera, de ogen uitgezet van schrik, de dikke, vooruitstekende lippen hijgend open, snelden door met uitgerekte hals, als werden zij door een bende slavenjagers achtervolgd. Gelukkig waren zij niet ver meer van het huisje van de weduwe Massijn verwijderd. Door zijn ontzaglijke ontsteltenis heen, zag Massijn de groene voordeur als een veiligheidshaven opengaan; zijn zuster Fietje, uitgelokt door het gedruis, verwilderd op de drempel verschijnen, in een gebaar van ramp de beide armen openslaan en met een kreet in huis terugsnellen. Een ogenblik later was hij er zelf met zijn prinsen, alle drie, omringd van zijn huilende moeder en zuster, als lam, als levenloos op stoelen neergezakt.

De deur werd door Fietje dichtgeslagen en gegrendeld; het woest gepeupel stroomde dof-joelend om het huisje heen, gelijk een bruisende golf om een klip.

* * *

Continue Reading

Other books by Cyriel Buysse

More

You'll also like

MY MASTERS

MY MASTERS

Romance

5.0

For as long as Emily can remember, she has wanted to overcome her shyness and explore her sexuality. Still, everything changes when she receives an invitation to visit one of the town's most prestigious BDSM clubs, DESIRE'S DEN. On the day she chose to peruse the club, she noticed three men, all dressed in suits, standing on the upper level, near the railing. Despite her limited vision, she persisted in fixating on them. Their towering statues belied the toned bodies concealed by their sharply tailored suits-or so she could tell. The hair of two of them was short and dark, and the third had light brown-possibly blond-hair that reached the shoulders. The dark, crimson background incised their figures, exuding an air of mystery and strength. They stood in stark contrast to the unfiltered, primal energy that pulsed through the club. Shocked by the desires these men aroused in her, she was disappointed to learn that they were masters seeking a slave to divide and conquer. She couldn't afford the fee, and she also realized that they were outside her league. Emily hurriedly left the club, feeling disappointed and depressed, unaware that she had also caught the group's attention. A world of wicked pleasure, three handsome men. Over the years, they have lived a life of decadence, their lavish lair serving as a stage for their most sinister desires. But despite the unending parade of willing subjects, one woman sticks out. A mysterious stranger with white porcelain skin and a killer body, a slave, a name with no address, the first lady to attract their eye and they will go to any length to obtain her no matter the consequences.

After Rebirth, She Became a Real Billionaire

After Rebirth, She Became a Real Billionaire

Billionaires

4.3

Renea was trying the wedding dress, when suddenly the man rushed in the dressing room and held her neck tightly... “Bitch! Are you still trying to pretend innocent!” Jasper said as he tightened his grip on her neck and choked her harder. Then he used his other hand and took out the phone from his suit pocket and played the video of two people having sex in front of Renea… However, what was even more shocking, was that the woman in the video was, Renea Morris, however, the man in the video was not Jasper. Renea struggled to take a phone away from Jasper’s hand and tried to explain, “Jasper, it was not what you think… I… I can…” Jasper looked at Renea with his eyes full of disgust, as he said, “Let’s call of the wedding. I can’t marry a woman like you.” After saying that Jasper walked out of the shop Renea chase after Jasper... But then she sees Jasper passionately kissing her sister Kailey. And she hears everything, that her sleeping with strange men was all a plan of the vipers of the last two days, and that their goal was to get out of this stupid marriage. Even her adopted parents were also involved in this matter... They all do this with her because of the inheritance left by her grandfather... Renea heart was filled with anger and she wanted to expose their true colors to the public... However before she could do anything, Kailey had pushed her in front of the car and she got killed... However, when Renea open her eyes, she found herself sitting in the car with Kailey... She realized that she was reborn and went at the time when everything started... Renea looked at the people who had hurt her in her previous life and her lips curled up in a cold smile... She was back... However, this time... she was back for revenge...

I'm Divorcing with You, Mr Billionaire!

I'm Divorcing with You, Mr Billionaire!

Billionaires

3.5

I received a pornographic video. "Do you like this?" The man speaking in the video is my husband, Mark, whom I haven't seen for several months. He is naked, his shirt and pants scattered on the ground, thrusting forcefully on a woman whose face I can't see, her plump and round breasts bouncing vigorously. I can clearly hear the slapping sounds in the video, mixed with lustful moans and grunts. "Yes, yes, fuck me hard, baby," the woman screams ecstatically in response. "You naughty girl!" Mark stands up and flips her over, slapping her buttocks as he speaks. "Stick your ass up!" The woman giggles, turns around, sways her buttocks, and kneels on the bed. I feel like someone has poured a bucket of ice water on my head. It's bad enough that my husband is having an affair, but what's worse is that the other woman is my own sister, Bella. ************************************************************************************************************************ “I want to get a divorce, Mark,” I repeated myself in case he didn't hear me the first time—even though I knew he'd heard me clearly. He stared at me with a frown before answering coldly, "It's not up to you! I'm very busy, don't waste my time with such boring topics, or try to attract my attention!" The last thing I was going to do was argue or bicker with him. "I will have the lawyer send you the divorce agreement," was all I said, as calmly as I could muster. He didn't even say another word after that and just went through the door he'd been standing in front of, slamming it harshly behind him. My eyes lingered on the knob of the door a bit absentmindedly before I pulled the wedding ring off my finger and placed it on the table. I grabbed my suitcase, which I'd already had my things packed in and headed out of the house.

Chapters
Read Now
Download Book