Eene Gekkenwereld!
zitten en nevens haar de bazin, die haar onderzoekend en medelijdend scheen gade te slaan. Hij vergeno
eling staan, en een verdoofde angstkreet o
ranen rolden in overvloed van zijne wangen, zijn gelaat scheen ve
lde de fourier. "Een ongeluk?.... Spreek
m aan met eenen grimlach, zoo bitter en zo
"bedaar toch; gij schijn
en kogel te laden; maar, neen, ik ben reeds schuldig genoeg, zonder die nieuwe lafheid te plegen. Vermits God mij heeft wille
at u zoo diep bedroeft; missch
. "Neen, neen, mijn hart is een gesloten graf: geene lichtstraa
d des fouriers aang
n en hare hangende lip? Dit arme wezen, dat in den afgrond der zinneloosheid ligt
dit kunnen w
lot!.... zij is het slachtoffer mijner lafheid, hare
a?" gilde de four
op aarde kan zijn. Gij spreekt niet, fourier? Ha, ik begrijp het wel: wat kunnen woorden bij zulk gruwelijk, zulk onherstelbaar ongeluk?.... Ik heb gewee
ijgend en veegde nu en dan eenen traan van medelijden uit de oogen, terwijl zijn kameraad,
en gevonden, om het ijselijk verdriet van zijnen vr
uurd?" vroeg hij. "Heeft zij u he
meer dood dan levend, van dit akelig s
er, dat gij u nie
en in zulke omstandi
des huizes uwe onts
e gaf ik hun
epen indruk op hun gemoed te weeg brachten. Indien Lucia Roovelt inderdaad hersenziek is geworden, omdat gij haar onverwachts hebt verlaten, zou zij nu het verstand niet kunnen terugbekomen,
het ten minste hun plicht was, dit laatste redmiddel te beproeven. Genas Lucia niet in eens,-zoo als het inderdaad te vreezen was,-dan kon toch zulke herkenning haar verstand allengs weder opklaren; en vermits hunne compagnie waarschijnlijk nog eene gans
De eenigste opwerping, welke hij ten laatste nog maakte, was de vraag wat de lieden des huizes wel zouden zeggen, wanneer zij vernamen, dat hij de eenige oorzaak van
ij buurkinderen waart en te zamen hebt gespeeld; maar van eene innige betrekking tusschen u en haar zal ik niet gewagen. In zulke voorwaarden zullen zij het zeer natuurlijk vinden, da
e de sergeant-majoor zijnen gezel achterna, en l
heid, keerde de fouri
cia Boovelt buurkinderen zijt geweest. Lucia zit alleen beneden, de pr
zaamde lijdzaam; beiden g
e oogen, zonder doel en zonder
j om de krankzinnige te naderen; doch, als door een geweldig besluit zijnen moed te
ij mij niet? Ik ben uw vriend
r hem door de ziel, dat hij bleek en bevend achteruitdeinsde. Waarschijnlijk hadde hij van toen
nt gij mij niet meer? Zie mij aan, ik smeek u: ik be
poogde met de hand eene vlieg te vangen, d
vergeefsch, er is geene hoop meer. Het arme kind zal het waarschijnlijk hier niet l
erd bleek, als ging hij bezwijmen. Zijn gezel liep op hem toe, om hem te ondersteunen, en d
schijn bedaard. "Kom, fourier, wij gaan naar bo
os verdriet van zijnen ongelukkigen vriend te matigen; maar deze, na eene wijl in sombere s
oogen! O, dit is te veel.... Fourier, ik loop tot den kapitein. Desnoods zal ik hem openbaren, in welken gruwelijken toestand ik mij bevind. Hij zal mij verlof geven o
e," riep d
Bekommer u niet
op zulk oogenblik? Ho
mij gelijk. Ko
oor het huis, zonder iemand te groeten
zich bevond, wisten zij niet wel, maar zij meenden te mogen denken, dat hij de baan naar Casterlee was opgewandeld, want iemand had hem halverwege den Aert ontmoet. In alle geval, hi
eene afwijking te geven, deed hem begrijpen, dat zij niet beter konden doen dan insgelijks de baan naar Casterlee op te wandelen. Zoo zouden zij ongetwijfeld
zijne gedachten van het ijselijk voorval af te keeren; maar hij bleef doof voor allen troost en sch
Gheel geraakt, toen zij eensklaps achter zich het sn
r. "De noodklok? Er is brand
de sergeant-majoor, die w
schen; wij moeten er tegenwoo
pitein moet ik zien, of ik kee
h zeker geen lust
ergeant-majoor. "Nogtans, indien er geen ander mi
slaan alarm! God weet, wat het is! Spoedig, majoor! Indien
de baan terugstapte. "Misschien zou ik heden nog de verlossing vinden! Vallen op het Veld van
die op eene nabijgelegene hofstede waren geherbergd en n
fouriers, antwo
grenzen is afgezakt en in ons land wil vallen. Het bevel van onzen generaal is
zich niet over de reden dezer verandering. Blijkbaar was het inderdaad genoeg, dat zijn kameraad daarin niets zag dan de hoop,
en de vermoeienissen van eenen veldtocht, veel konden bijdragen
et den ransel op den rug en het gewee
welke op verafgelegene hofsteden waren geherbergd; maar het bevel va
raken los in een aanjagend geroffel.