Noodlot
den Gjeitfjeld, toen zij in de voorstad Ihlen een ouden heer inhaalden, die, van een jong meisje vergezeld, blijkbaar dezelfde wandeling meende te maken. Aan de table-d
e dochter, die halsstarrig bij de uitspraak van haar Baedeker bleef, niet eens. Een gesprek vloeide uit dit vers
imlach, terwijl zij haar roode deeltje, waarin zij den weg had gezocht, sloot
ker van uw weg? vro
overmoedig, met
garette of een glas port op eene bank te liggen, en zich vooràl niet te vermoeien. Maar nu, in den vreemde.... op reis kon men toch niet altijd in zijn hotel blijven soezen; daarbij: van rijden in karriolen werd hij stijf; eigenlijk was het allemachtig dwaas zich zoo noodeloos te
lschman? vroeg
gheid van sport gaf: iets van een jolig koetsiertje; terwijl het blauw jockeypetje jongensachtig luchtig stond op heur dik opgewrongen, rossig gouden haar. Bertie alleen begreep niet, dat dit alles nu plezier heette, maar hij klaagde niet; hij sprak weinig, het niet noodig oordeelend zich aangenaam te maken bij die menschen, die zij morgen denkelijk al uit het oog zouden verloren hebben. Hij sleepte zich dus meê, verwonderd, dat Frank aanstonds in een levendig gesprek met het jonge meisje was, en eensklaps duidelijk inziende, dat zijne eig
s uw naam? vroeg het jong
Westh
er is Sir Archibald Rhodes va
Robert v
; ik geloof, dat ik hem op zijn Engels
met haar Engelsch mondje. Het was een spel, zij lacht
ê, papa?
blies als een triton. Bertie poogde lieftallig te glimlachen, innerlijk in hooge mate woedend over die onzinnige stijgpartij. Het duurde nog een half uu
eef. Op de bergen blauwde het: dichtbij het wazige, donkerviolette blauw van druiven, dan het stoffige blauw van fluweel, verderop het kristallige, doorglanzige blauw van saffier, eindelijk het ble
Romsdalhorn en den Trolltinder en met woedende watervallen als de Sletta-fos, en dit is zoo allerliefst, zoo zacht met al dat blauw! Ik zo? hier op dit punt wel een kasteel
Rhodes. 's Winters zal h
te stormen en het fjord hier zo? bruisen, onder aan mijn kasteel en
riezen! sprak pa
zitten mijmeren met Dante of met Spencer.
geluisterd en die nu wat schrikte; ja, ziet u, Dante kende hij bij naam,
Una en de Redcrossknight niet en Bri
je toch met die dwaze a
oort. En dan, ik laat de allegorie voor wat
... je verdrinkt
beths tijd spraken ze allemaal aan het hof zoo precieus ... En
d zijne gedachte voor zich en zeide iets, over de Hel van D
alf eene esthetische, sprak de
hte hee
een tijdje lang. We friseerden ons haar tot ragebollen, kleedden ons in slappe gewaden van damast en brokaat met kolossale pofmouwen en zaten bij elkaar dwaasheden te debiteeren over kunst. We hielden dan eene zo
ij vergeving voor hare geleerdheid van zooeven. Hij begreep er uit, dat er niets van eene blauwkous in haar stak, al scheen dit ook om hare def
, alsof zij zich in een magnetischen cirkel van sympathie bewogen, waarin vreemde wette
e-d'h?te gezien had, te Drontheim ... Sir Archibald en Bertie, achter hem, waren ver weg, op mijlen afstands, louter herinnering ... Eve's stem huwde zich aan de zijne in eene harmonie van klank, als ware hun telkens hortend gesprek over wat kunst en letterkunde een tweestemmig lied, dat zij beiden zuiver zongen, en Frank