icon 0
icon TOP UP
rightIcon
icon Reading History
rightIcon
icon Log out
rightIcon
icon Get the APP
rightIcon

De komedianten

Chapter 5 No.5

Word Count: 5889    |    Released on: 04/12/2017

e baden in de Thermen van Titus, om iets te eten, om daarna te repeteeren. Ten eerste de ontroering, die ging door de straten, omdat er die nacht een moord was gebeurd in de Carin? en een inbraak; me

n gezichten te schilderen naar de antieke maskers van den edelen Plinius? De dominus bewonderde hun inval: toch wel aardige, knappe jongens; ze hadden talent meer dan gewoon, zèker ge?rfd van hun vader Manlius, die een histrio was geweest.... En hij zei van ja, altijd ingepalmd door die twee. En zoo bleven zij den geheelen tijd om hun dominus: ?dominus" hier en ?dominus" daar; in de Thermen verlieten zij hem niet, maakten grapjes en iedereen keek naar hen, omdat zij zoo mooi naakt in het water waren en de dominus was trotsch op hen en verheerlijkte tusschen hen beiden. Een oude bader, half kaal, met grijzen ring haren en een dikken buik boven zijn altijd afvallenden badmantel bombeerend, wenkte den dominus en de capsari? zeiden, hij was de schatrijke Sextilianus en daarom ging de dominus naar den dikbuik toe. En Sextilianus bood den dominus tweehonderd-vijftigduizend sesterti?n voor de beide tweelingen, als hij ze verkoopen wilde. Het zal niet gaan! riepen Cecilius en Cecilianus na, overtuigd van hun onverkoopbaarheid. Het was toch een goèd bod; een gewone slaaf-van-waarde kostte zoo ongeveer honderdduizend sesterti?n. Maar de dominus, vlug, berekende toch, dat de tweelingen hem in de caterva niet minder opbrachten en hij zeide Sextilianus, dat hij ze niet missen kon, nu vooral niet, in de Megalezia.... Of ze dan niet eens konden komen voordragen, tijdens een banket.... Neen, neen, fluisterden de tweelingen tot den dominus, lieve dominus, en dat ze niet konden: ze moesten immers de Bacchides repeteeren, en morgen spelen? Dag aan dag spelen.... Misschien niet dàg-aan-dàg, meende de dominus, als de Men?chmi.... Dus toch de Men?chmi? fluistervroegen de jongens en duwden dikken, schatrijken Sextilianus, die tweehonderd-vijftigduizend sesterti?n voor hen geven wilde, met den elleboog weg. Om de beurt: Men?chmi en Bacchides? Om af te wisselen? Nu goed dan, maar dan ook de rol van Erotium, aardige deerne-rol, nu eens door Cecilius, dan eens door Cecilianus laten spelen, hè? Clarus, die hem gisteren gerepeteerd had, was toch eigenlijk beter in een matrona-rol, had niet de intonatie van de meretrix. Vond de dominus niet? En ze vleiden en ze flikkeflooiden en de dominus, hoewel steeds met een autoritairen frons tusschen de brauwen, gaf toe, gaf alles toe, op éen voorwaarde; dat ze nooit meer zoo een heelen dag weg liepen en hem in ongerustheid lieten.... Een moord, ja een moord en een diefstal.... In de Carin?.... Het was een ontroering: Rome was niet veilig; de Viermannen zorgden heelemaal niet voor de nachtelijke veiligheid; schorrie-morrie dwarrelde 's nachts altijd rond tusschen de zuilen der porti

zei Cecilianus hoog; alleen mijn br

was al in de twintig, zijn stem werd al te mann

d van boosheid maar de senex wenkte hem en zij smoesden, terwijl allen nu, lan

engeschemer en platanengeblaarte, doorzond door de nog jonge, gouden zon. Voorname draagstoelen wiegelden aan, aangekondigd door geklikkak van zweepen. Bevallige carpenta, met een of twee paarden, deden de voetgangers haastig schuil zoeken op de nauwe vlucht

laar! wezen de twe

roeg de dominus, steeds tusschen hen beiden in, la

ens; en hier heeft de edele Plinius

en naar die prachtige, Olympische woning, zuilende op den Palatinus, tegen de doorzichtigheid van blauw kristallijnen Aprilluc

den goddelijke

araziet" en senex met ee

rden niet meer nagejouwd; hier verdrong zich en woelde de menigte. Steeds schreeuwden de voorloopers van draagstoelen en carpenta, klakten de zweepen, en de drukke stemmen lawaaiden luider, lachende, twistende, schertsende tegen elkaar in. De tweelingen lieten den dominus niet mee

weet ik ook wel,

de matronastola en palla-wandelden daar, wapperden met hare franjes, buitensporig gekapt, lonkten met geschilderde oogen.... Pleitbezorgers stonden met hunne slachtoffers te redetwisten, druk over hun hangende processen, met de duimen stavende hun bewijsredenen. Senatoren, in rood omzoomde laticlavia, b

dominus, een oogen

natuurlijk! ori?nteerden

tuurlijk! herstelde z

en hun Bacchides niet meer verliezen. Zij zouden zich vast klampen aan hun Bacchides èn aan

vrouwen de kleurige, ritselende lappen uit, juist geschikt voor stola, palla, toga. De matronen verdrongen zich met de deernen, deden de stoffen knisteren in hare vingers. De goud- en zilversmeden stalden hun goudsmeêwerk, hun zilveren vaatwerk uit; de geurwerkers, in tal van kleine vaasjes van onyx, albast of goedkooper

heid, dominus! verzekerde Cosmus.

at ik een arme drommel ben,

zit er goed in

tene, die vroeger, zelf slaaf, komediant, nu ja een beetje van alles gespeeld had, vrouwerol, ?para

de geurwerker; ik ben ook vrijgelatene, maar ik ben ook cli?nt

s wo? k

, wo? ko

or tweeh

sesterti?n!! vielen d

nkel van Tryfo binnen. Reeds had hij afgesproken met Tryfo, dat hij hem zijn titul? leveren zo?, om aan t

, die juist bij den boekhandelaar was om te hooren of zijn laatste

n.... Verbeeldt je, als hij eens epigrammen, venijnige, dichten ging op hèm, op zijn grex, op de voors

n onzer dagen! Wat zal ik het waardeeren, zoo niets u verhinderen zal onze voorstellingen bij te wonen! V

e Martialis; en wij zullen allen komen: Plinius,

ul en de alleredelste Plinius, verzekerde Lavinius Gabinius; en

n minste op de acta diurna

héelemaal juist ingelicht. Wij zullen spelen, edele Martialis, misschien ee

spelen

Ja,

len in! riep

lde-uit een g

er, dom

de dominus, da

, knapen het groote perkament van den

is Megal

ene, éen der cli?nten van Plinius. Hij was meester van zeer knappe copi?sten: die zaten achter in een zaaltj

tjes zelfs voor drie-en-een-halve as. Iedereen wil ze hebben, grif gaan ze weg. Dus mooi,

is Megal

iano et Mar

us Cur

dominus, met iets grootere letters laten schrijven?! Dat doe

zoo groot mogelijk, Tr

igennamen iets grooter dan, met iets meer

oo laten, mee

de de dominus, en de

t grootere letters:

es en la

beroemd

s: niet ?beroemd". I

p, Lavinius, verzekerde Mar

at niet waardig. Het staat zoo weinig letterkundig, artistiek: het doet zoo aan als e

et ?beroemd" zett

en Tro

or den

letters:

: rood en zwart

ging

ep van Lavin

us, nu ?beroemd" was door

el met Dans, Za

Burrhus voor Recht

kunstenaars, Tryf

n, bracht Cecilius in het midden, me

ascalia met gouden letters, fluis

verdrongen zich nu de komedianten en

dis.... Acta Ludi

ar

us en Tryfo te

ides van

lapten de tweelingen zegevieren

de senex, hij had toch een aardige rol in de Bacchides. Maar de ?paraziet" was bleek van woede en belo

vroegen te gelijker tijd de tweelingen. Wa

woonte! zei de

l niet! z

lis aan. Mooi zoo: daar valt mij een epigram op

met elkaar eens, dat een strenge traditi

genwijs Cecilius, die het

bauwde Cecilianus,

àg niet afwijken van de antieke tutul?

vast in je ?traditie" en

elve her

ides van

eksche handel

Ath

ar

llende

Dans en

ek v

s worden wèl genoemd, viel Ce

d, kwam ouder br

ar

ie, dichter, domi

KOF

l van Pu

den beroemde

d! siste nijdig Cecilius; br

..

met een ondeugenden bl

r beroemde

waardigden zic

YME

ide Ma

n danseres! Nièts dan een danseres! Thymele, verbeeldt je! Wordt die oòk al genoem

Thymele en Latinus worden alti

com?di?? proteste

, komediantjes! p

ook, wij danse

ook mimus e

sl

dondersche tweelingen toch te doen zwijgen: de heele caterva

.... Dus de Bacchi

..? Latinus

REO

Exodiu

ten archimimus Lentulus, ving M

oppen naast elkaar hadden nijdige adderbewegingen rond den dominus en z

! Laat nu maar schrijven door de

ides van

rden door mijn twee onvergelijkelijke tw

De dominus wer

ar het Theater?! donderde hij de caterva toe, die bleef kijken: de koppen, plots, verdwenen: h

e wàt ik kan! Jullie zijn o

àtten! pree

óoi; ik geef het àlles toe, j

cchides! viel

ar.

echode M

, zie je, de

", knikte Martial

ging Lavinius do

den vermeld, viel Tryfo in

jspel, verlatinizeerd, maar tòch Grieksch, onherroepelijk Grieksch en daarom alléen al, naast de tragedie, het hoogst staand van alles wat op de planken vertoond wordt, vertoond kàn worden.... En, zie je, jongens, ziet ge, edele Martialis, we kùnnen niet, we mògen niet, in iets van de palliata mimus-manieren aannemen, zèlfs niet in den titulus, waa

schrikte

en van de Consuls zijn toch niet

open. Dus alles in orde, Lavinius? Edele Martialis, vindt ge het dan goed, dat de copi?sten het schrijven van uw laatste bundeltjes staken voor van daag en morgen? En met de titul? begi

, voor een armen dichter,

vinius; voor een dominusgregis tijdens de Megalezia. I

verzekerden de

n zij namen alle drie afscheid van Martialis, die terug moest n

gisteren avond nog gevonden? vroeg Ceciliu

riep Ceci

ers van de traditie, blonde Bacchides-spelertjes met je aardige bakkesen! decl

was reeds een eind voort geslenterd; ja, de tweelingen bleven altijd

g; in Rome begon het huishouden laat. Daar waren de slagers, poeliers, warmoeziers, de banketbakkers, ooftverkoopers.... Daar waren de sneeuwverkoopers.... Onder bonten zeiltjes, kraampjes met afdakken, onder groote zonneschermen krioelde en woelde het marktgedoe. Vrijgelatenen, intendanten van rijke burgers, bevale

ad zijn inkoopen gedaan; ter weêrszijden van zijn lastdier

ius, de knapen: basroep t

s gezien! riep Nilus van af den e

a....? Maar ni

moèite waard zwaardvechtster te zijn om vermoord

dièf?.... Weg

.. Maar niet zeker

niets van hun ontmoeting van gistere

vroeg L

! Kom je

len.... Nà d

àfel voor je op

rpicium gestoofd?

jes? gilde Cec

e snoètjes!

Nilus vloekte terug, reed toch voort, spoorde met de hielen het

s; we hebben nog z

e Bàcchides!! triumfeer

r, duwden zich brutaal

wereldwijs, hàd de wereld gezièn. Maar aan het einde van het V

vroeg Cecili

jken? kwam C

t.... meend

hij op de markt eens een goed slaafje aantrof, dan was het in Rome, waar de groote slavenmarkten waren, geen kwa

uil-overdakt, waar de slavenkooplui hunne slaven ten toon stelden. Zij betaalden voor hunne standplaats, zooveel voor iederen slaaf. De dominus trof er den sl

us, met de twee jongens hem ied

verkoopen kwam, zei voor de grap Autron

denken! ze

; echode Cecilianus

?je me

laafje op de markt, zei

nieuw slaafje? stel

?rs, zei Autronius. Dat is niet

; negen zaten er nog op een bank; zij kwamen van den Ister

je niets dan dacici hadt, de gouden muntjes,

dat wel, grappigde Autronius; die Daci?rs zijn

ie eene

inke deerne; wil je haar niet?? Voor tweehonderd-vijf-en-tw

riep, met g

rs, sterke mannen, kna

ominus goedig; in mijn caterva doe ik

zij kregen van den dominus

zei de dominu

dikke Autronius; verko

dan Sexti

wo? geven?? blagee

tgeroep was oorverdoo

je al je ?kost

je; ze is te fijn daar voor. Ze is een Grieksche, uit Lydi? en ze gaat op de muz

lles met.... begonnen

sloeg ze voor hu

s rond kijken

spande zijn biceps, zijn dij en de koopers voelden. De uitroeper

p hij uit. Geen éen tand er in gez

ag; iets fijns is er niet bij.... Heb je niet een he

vroeg de

lijk; dan leer

ongens. Wat moet je n

t immer

blik. Sterke slaven werden het me

het moet altijd een buite

de tweelingen: zij voelden den neger de armen, de dijen en, vol bel

dat hij de tweelingen van Manlius en Crispina nièt had gestolen.... En hij grinnikte nu, blij om zijn g

de dominus. Jullie willen to

rom

e jongens en hingen weêr

t maken, spoord

tusschen den drek der runderen: d

ìl, hier in Rome, hoor. Vergelijk dat nu eens met Alexandri?! Daar wordt a

issen, zei

rp Lavinius tegen. Kom toch, vlugge

te gaan, onderlangs den Capitolinus en langs het Theater van Marcellus. De Portiek van Octavia kri

ij keek naar zijn gele schoentjes,

mi repeteeren en niet de Bacc

chten, waren heele

we er! zei

zijn statigen boog omhoog, onder den glorenden, blauwen ether. Het verrees hoog zijn drie verdiepingen op de eerst Dorische, dan Jonische, ten hoogst Corinthische zuilen. Marmeren beelden, glanzende blank, bekroonden den hoogsten ommeg

n alle

Theater! bewond

nacht nièt goed kunne

heater te Alexandri?! ga

n vijftienden jare der genadige regeering des Keizers Domitianus, den goddelijken Flavi?r, de Megalezische Scenische Spelen zo? inwijden in d

traden, zei Ceciliu

t zeggen, dat we

W

laaf hebben gezien,

gek zijn! ze

Claim Your Bonus at the APP

Open