Het portret van Dorian Gray
ord Fermor, een joviale, wel wat ruwe oude vrijer: de wereld noemde hem ego?st, omdat zij geen voordeel van hem trok,
wat dwaas werd gevonden, en toen hij eenige maanden later den titel van hem erfde, had hij zich gewijd aan een ernstige studie van de groote aristocratische kunst, om absoluut niets te doen. Hij had twee groote huizen in de stad, maar gaf er de voorkeur aan op kamers te wonen, omdat dit minder last gaf; hij at meestal in zijn club. Hij bemoeide zich een beetje met de exploitatie zijner kolenmijnen in het Graafschap Midland en waschte zich schoon van de smet dezer industrie met de bewering, dat het eenige voordeel van het bezit van kolen was, d
nd hij zijn oom, in een dik jachtbuis, m
eg doen? Ik dacht, dat jullie dandies nooit opstond
t verzeker ik u, oom Georg
k gezicht. Nu, ga zitten en vertel de kwestie. T
leen menschen, die hun rekeningen betalen, hebben dat noodig. Krediet is het kapitaal van een jongeren zoon en je leeft er heel goed van. Buitendien be
, was het veel beter. Maar ik hoor, dat ze ze tegenwoordig examens laten doen. Wat kan je daar dan ook van verwachten. Examens, meneer, zijn niets dan humb
rt niet tot de Blue-Bo
enry k
vroeg Lord Fermor, zijn zwar
een Devereux. Lady Margaret Devereux. Ik wo?, dat u me wat van zijn moeder vertelde. Wat was ze voor een vrouw. Met wien is zij getrouwd? U
gisteren gebeurd was. De arme kerel werd een paar maanden na zijn huwelijk te Spa in een duel doodgeschoten. Dat was een leelijke historie. Ze zeggen, dat Kelso een gemeenen avonturier, een Belgischen schurk, heeft opgedragen zijn schoonzoon in het publiek te beleedigen-en hem ervoor betaald heeft, meneer, betaald heeft om het te doen; dat de kerel hem moest doorsteken alsof hij een hond was. De zaak is toen gesust gew
l goed uit, beve
r, door haar grootvader. Haar grootvader had een haat aan Kelso, vond hem een gemeenen kerel. Nou, dat was hij ook. Is te Madrid geweest, toen ik er was. Waarachtig, ik schaamde me voor hem. De koningin vroeg me altijd naar di
goed in zit. Hij is nog niet meerderjarig. Hij heet Selby, dat
evallen. Trouwens, dat waren al de vrouwen uit die familie. De mannen waren niet veel bizonders, maar de vrouwen waren prachtig. Carlington is voor haar op zijn knie?n geweest. Hij heeft het me zelf verteld. Ze lachte hem uit, en daar was geen
rdig Amerikaansche me
or
en, Harry, donderde Lord Fermor e
he zijn toch he
ang vol, hoor ik,
eeplechase zijn ze van staal. Ze doen de dingen vlieg
e er aa
en de meeste Amerikaansche vrouwen.
t in hun eigen land blijven? Ze zeggen altij
llen, zei Lord Henry. Adieu, oom. Ik kom te laat voor de lunch als ik langer blijf. Dank voor
je lunche
zelven ge?nviteerd, met Mr. Gra
ar weldadigheidsinschrijvingen. Ik ben er wee van. Wel, het goede mensch den
iet geven. Filanthropische menschen verliezen alle idee
t. Lord Henry kwam door den lagen portiek in Burlingto
passie. Een paar weken van hartstochtelijk geluk, onderbroken door een lage, verraderlijke misdaad. Maanden van stomme smart, een kind in verdriet geboren. De moeder, door den dood weggerukt; de jongen, overgel
huivering tegenover hem had gezeten in de club, waar de roode kaarsschermpjes de ontwakende verwondering op zijn gelaat nog warmer purp
speelgoed maken. Hoe jammer, dat zoo iets moois vergaan moest ... En Basil, hoe interessant was die niet, uit een psychologisch oogpunt beschouwd. Een nieuwe manie
lder, die dat portret gemaakt had. Hij zo? trachten hem te beheerschen, hij was inderdaad al goed op weg
was, en, lachend over zichzelven, keerde hij terug. Toen hij de, ietwat donkere gang binnenkwam, zeide d