icon 0
icon TOP UP
rightIcon
icon Reading History
rightIcon
icon Log out
rightIcon
icon Get the APP
rightIcon

Noli me tangere

Chapter 6 No.6

Word Count: 3124    |    Released on: 06/12/2017

tán

gezicht was in den tijd waarin ons verhaal speelt, steeds welzalig. Zijn schedel rond, klein en bedekt met haar zoo zwart als git, lang van voren en heel kort van achteren bevatte, naar men zeide, heel wat binnen zijn bolte. Zijn kleine oogen-die echter niet schuin stonden-veranderden nooit van uitdrukking. Zijn neus was fijn en niet plat en ware zijn mond niet vervormd geworden door het

Laguna de Bay bezat, vooral in 't dorp San Diego waarvan de canon of de pacht met ieder jaar steeg. San Diego was zijn lieveling-plaats om zijn aange

nde-aan veel voorname huizen van Manila, bij kontraktlevering natuurlijk. Op goeden voet met alle overheids-personen, handig, buigzaam, en zelfs vermetel, waar 't gold te speculeeren op den nood van zijn evenmensch, was hij de eenige en gevreesde mededinger van een zekeren Perez ter zake van verpachtingen en 't publiek verkoopen van allerlei baantjes

vertuigen van de goedheid zijner bedoelingen en verlangens. Doch de heilige aan wie hij 't meeste beloofde en tegenover wie hij 't meest zijn beloften nakwam, was de Heilige Maagd van Antipolo, onze Lieve Vrouw van Vrede en Goede reis; want tegenover sommige kleine heiligen was de man noch bijzonder stipt noch strikt eerlijk: soms, wanneer hij gekregen had wat hij wenschte dacht hij niet meer aan hen-'t is waar, dat hij ze dan ook niet meer lastig viel als de gelegenheid zich daartoe voordeed. Capitán Tiago wist, dat er in den kalender veel werklooze heiligen te bevinden waren, die wellicht daar boven in den hemel niet wisten wat ze doen moesten. Bovendien schreef hij aan de Lieve Vrouw van Antipolo grooter macht en baat toe dan aan al de andere Heilige Maagden. Die deur daar in de zaal, verborgen achter een zijden gordijn, leidt naar een kapelletje of "oratorio", dat in geen enkel Filippijnsch huis mag ontbreken: daar staan de huisgoden van Capitán Tiago. Daar ziet men beelden van de Heilige Famili

in de beroemde batis of bron, waar hetzelfde heilige beeld gebaad had. Daar bij die bron moest Capitán Tiago gebraden speenvarken eten, sinigang van dalag met bladeren van alibambang1 en andere min of meer smakelijke gerechten. De twee missen kwamen hem op iets meer

stem van den priester enz., en uit den indruk, dien hij daarvan kreeg, maakte hij zijn winkansen op. 't Is algemeen bekend dat Capitán maar zelden een weddenschap verloor, en die enkele keeren was dat te wijten, of aan den dienstdoenden priester, die schor was, of 't kwam omdat er weinig lichten aan waren, dat de waskaarsen veel talk bevatten, of dat er een valsch geldstuk tusschen de gezonden munten voorkw

ar. Hoorde hij kwaad spreken van de inlanders, dan stemde hij, die zich niet tot hen rekende, dadelijk in met het koor en sprak nog erger kwaad; werd er kritiek geoefend op de Chineesche of Spaansche kleurlingen, dan kritizeerde hij hard mee; wellicht omdat hij zich voor een volbloed Spanjool hield. Hij was de eerste om iedere nieuwe belasting toe te juichen, vooral wanneer hij er een verpachting

met den besten wil, vreedzaam, onderworpen, gehoorzaam, niet wars van onthalen en aanhalen, die nooit een enkel boek of tijdschrift uit Spanje las, ofschoon hij goed Spaansch sprak. Ze beschouwden hem met de gewaarwording, waarmee een arm student kijkt naar de afgesleten hak van zijn ouden schoen, scheefgetrokken door zijn manier van loopen.-Op hem waren de beide zaligsprekingen-christelijk en profaan-van toepassing: "zalig zijn de armen van geest" en "zalig zijn de bezitters." De onvromen hielden hem voor een zot, de armen voor een hardvochtig uitbuiter der ellende, en zijn ondergeschikten voor een dwingeland. En de vrouwen? Och,

ond een heilige wedijver die der kerk tot heil strekte, evenals de concurren

specialiteit: tot de missen met bommen en vuurwerk, en dan moest Do?a Patronicio met haar tandvleesch op haar lippen bijten; want, daar ze erg zenuwachtig was, was ze niet in staat het klokken-gelui en nog minder het geknal van 't vuurwerk te verdragen. Terwijl hij in zijn vuistje lachte, zon zij op wraak en betaalde met het geld van anderen de beste redenaars van de vijf corporaties te Manila, de beroemdste kanunniken der kathedraal en zelfs de Paulisten, om op de plechtige dagen over theologische en zeer die

m al het goede dat hij kon en wist, trachtte te leeren. Toen hij juist aan de studie van "de logica" zou beginnen, stierf zijn beschermer en kort daarop zijn vader, zoodat er een eind kwam aan zijn studi?n. Toen moest hij zich aan de zaken wijden. Hij trouwde met een mooi meisje uit Santa Cruz, dat hem hielp fortuin m

toen hij een schat gevonden had: zij verloor haar vroolijkheid, werd bedroefd en men zag haar niet meer lachen. Och, allemaal grilletjes van een zwangere! zei iedereen, tot zelfs Capitán Tiago. Een kraamkoorts maakte een einde aan haar droefheid, terwijl ze een mooi dochtertje als weesje achterliet. Fray Dámaso hief het zelf ten doop. En daar San Pascual niet de jongen geschonken had, waarom hij gevraagd was, gaven ze haar de namen Maria Clara ter eere van de Maagd van Salambau en Santa Clara, terwijl San Pascual Bailón tot straf verloochend werd. Het meisje groeide op onder de verzorging van tante Isabel, de pater vereerende oude, die wij in 't begin van ons verhaal hebben ontmoet. Ze woonde het grootste deel van 't jaar te

ien voor de beeltenis van den heiligen Antonius. Een andere nicht van Capitán Tiago was van hetzelfde gevoelen: alleen verschilde die in de keuze van heilige. Voor haar w

oorstrengeld met tjempaka's en leli?n, met twee zilveren en gouden vleugeltjes aan den rug van haar kleedje en twee witte duiven met blauwe lintjes vastgemaakt, in de hand. En dan was ze zoo vroolijk, ze kon

toor van Binondo naar de kloosterschool van Santa Catalina, om van de nonnen daar een strenge, godsdienstige opvoeding te erlangen. Met tranen nam ze afscheid van pater Dámaso en van den eenigen vriend met wien ze in haar kindsheid gespeeld had, van Crisós

kinderen te laten trouwen en vereenigden ze zich onder een firma. Deze gebeurtenis, die plaats had eenige jaren na het vertrek van den jongen

de rivieren, meeren en moerassen en vindt men in den regentijd op de rijs

van Torres Amat, aart

Claim Your Bonus at the APP

Open