Oudheid en Middeleeuwen
rzien van goede kaarten, kompassen en zeevaartkundige werktuigen, en waar zij
onbekend; de landen, die men bezocht, waren d
en aan de Middellandsche zee durfde bezoeken, maar zich door de zuilen van Hercules (Straat van Gibraltar) een' weg baande naar de tineilanden (
ee gelegen, dat door de Grieken Phoenici? (Palmenland) genoemd werd. De ligging van hun land aan eene zee, die toen het meest bevaren werd en aan den Libanon
den alleenhandel, dien zij door het verspreiden van allerlei schrikverwekkende fabelen als van nevelzee?n, zeemonsters, vliegende slangen, reuzenvogels en dergelijke wisten te behouden. Zij dreven als echte kooplieden handel in alles: k
aan de Middellandsche zee koloni?n aan. Zoo ontstonden op Cyprus, op Sicili?, op Sardini?, in Spanje (Gades
elders handelswegen te openen en een levendige karavanenhandel m
Phoenici?rs het glas hebben uitgevonden. Eenige zeelieden wilden n.l. op de zandige Syrische kust een vuur ontsteken, en namen, daar niets anders dadelijk voor de hand lag, een paar stukken salpeter, om hun' ketel er op te zetten.
ode kleur niet van bloed, maar van iets anders komt, en dat de wol met eene fraaie, roode stof doortrokken is. Hij merkt naderhand op, dat de hond de zich aan het strand bevindende slakken doo
ndering te koesteren voor zulk ee
elijk- en burgerlijk leven, dan beval
hatten te verzamelen, maar slechts met het doel om ze na
, die in zedeloosheid en wreedheid alle godsd
j den Ba?l- en Molochdi
ere groote stad haar eigen koning en haar eigen bestuur had, maar tevens, dat
n altijd de meest a