Oudheid en Middeleeuwen
rspit hebben gedolven, en nu dringen de overwinnende Perzen over de lijken hunner vijanden in de veege stad, alles vernielende, wat hun in den weg komt en roovende, wat van hunne gading schijnt. Tuss
en afklimmen, verhaalt Croesus het volgende: "Voor eenige jaren kreeg ik aan mijn hof een bezoek van den wijsten man uit geheel Griekenland, die de geheele wereld doorreisde, om nog meer kennis op te doen. 'k Liet hem al mijne paleizen, al mijne schatten zien. Ze lieten hem onverschillig. 'k Vroeg hem nu, welke man de gelukkigste was, dien hij op zijne vele reizen gezien had. Hij noemde mij een' burger Tellus uit Athene, die, na een gelukkig leven geleid te he
nd ik nu echter, hoezeer de wijze man recht had." Dit verhaal maakte op den veroveraar eenen diepen indruk. Tot nog toe had de gelukszon hem steeds beschenen. Bij zijne geboorte reeds door zijn' grootvader Astyages, koning van Medi?, ter dood gedoemd, had eene medelijdende herdersvrouw zijn leven weten te redden. Ook later was hij meermalen in levensgevaar, maar te
toekeeren en van overwinnaar overwonneling maken! Cyrus schonk dadelijk den gevangen vorst het leve
en zoodoende in de stad dringen. Juist terwijl koning Belsasar een overdadig feest vierde ter eere van den god Bel werd de wereldstad door de zegevierende Perzen ingenomen. (Dani?l). Zijne veroveringszucht bracht hem echter ten val. In de nabijheid van de Kaspische zee woonde een arm, maar krachtig en vrijheidlievend bergvolk, de Massageten. Ook dit volk moe
en het echte is, is m