De Kerels van Vlaanderen
, verre boven de poortershuizen, de ach
van de gekanteelde omheiningsmuur met zijne schietgaten op St-Pieters voorgeborchte uitzag. Zij was van alle zijd
eds begon te sieren met de veelkleurige tinten die den komenden winter aankondigen. Dien morgen echter
eiden aan zekere kostbare kleedingstukken. Eene der jongsten
dan eenen blik op den arbeid harer twee gezellinnen en wees
en; ja, eene zilveren schaar naast een fraai naaischrijn op de tafel en een stoel van gesneden eikenhout met een
bben; want zij hield mismoedig het hoofd over h
j zijt te gevoelig; en daarbij, onze jonkvrouw heeft gelijk: wij arme dienaars
meisje. "Onze jonkvrouw toont zich hard voor mij. Wat kw
brecht Tancmar zonder den verschuldigden eerbied? Mher Ghi
alde de jonge Brigitta
eken, heeft uwe taal jonkver Placida diep gekwetst. Zij bes
sde zij van uit den Steen gehoord te
lbrecht tot bruidegom zou hebben en dat zij nu de hand van Robrecht Sneloghe
ude vrouw, met een gebaar van angst.
misgrijp? Wat denkt gi
e meisje. "Ik denk dat wij beter d
?" vroeg Brigitta met eene soort
stoute woorden liet hooren dat ik zulks geloofde. Ik zeide tot onze jonkvrouw, die mij al te
ntwoord, dit is
rhof zoo wreedelijk met roeden geeselen,
zulken hoon geschie
en evenals Amelberga",
udt gij doen
e mij deed sterven. Reeds meer dan eens heb ik er aan gedach
schertste Amelberga, "zulke taa
geboren, op een leen dat onze heer omtrent Aalst in Zeizers-Vlaanderen bezit; maar ik
ts er insgelijks die
Wie zijne vrijheid verlie
de straf eener misdaad bracht hem in slavernij", be
hermzeis-dit is een zwaard-zijnen tegenstrever eenen zoo noodlottigen slag toe dat hij er van stierf. De talrijke bloedverwanten van den overledene zouden onzen neef en mijnen vader gedood hebben, zooals het recht en de plicht der Veete het hun oplegden. Evenwel, zij gaven ons vrede en aanvaardden den zoen; maar het zoengeld dat zij eischten was zoo aanzienlijk, dat alwat mijn vader en zijn neef bezaten nauwelijks toereikend was om het te betalen[25]. Mijn vader bleef dan zijne hut bewonen, niet meer als eigenaar, maar als vrijlaat, zittende op een anders goed. Weinig tijds daarna, in den Houthulst op jacht zijnde, werd hij, eilaas, door een everzwijn zoo deerlijk gewond, dat men hem ter plaatse dood vond.
eene wi
arlijk vrij geweest
edrukt om eene jonge huismeid te vinden die handig was in naai- en stikwerk, heeft haar heer va
berga. "In alle geval zoudt gij de dienaresse van vr
en zij gaan en komen en verhuren hunnen arbeid waar en aan wien zij willen. Het eenig onderscheid bestaat daarin dat men een grondeigendom, hoe gering ook, moet bezitten om stemrecht in de vergadering te hebben[27]. Ware ik vrij gebleven, ik hadde gemakkelijk eenen Kerel tot bruidegom gevonden. Indien mijn man geen stuk grond bez
or mher Robrecht Sneloghe toont, terwijl gij van mher Ghijselbr
hij is schooner van gelaat, zachter van gemoed en daarbij minzaam met iedereen, zelfs met ons. Hij i
niet wat ik wil
an, Ma
ed spree
grijp
tta, dat gij niet weet. Robrecht
ren is blijft het zoolang h
n wil ophouden
is door eenen onverbreekbaren
n het Veurne-Ambacht geboren. Mher Robrecht zelf, meen ik, kwam te
elijks een Kerel!" riep Br
ha voort, "maar indien gij dit alles niet wist, dan h
zij, na haar huwelijk, dezen Steen verlaat. Wie weet of zij niet in Kerlingaland zal wonen? Zoo, met mher Robrecht, met eenen Kerel tot meester, zal ik
n van eerbied het hoofd, doch schouwden
e smaragden, dat aan den hals der jonkvrouw glinsterde en, met een kruis van vuurroode robijnen, tot op hare borst nederhing. Zij
an trotschheid, dat nog versterkt werd door den tragen, statigen blik harer oogen. Het blonde haar dat, evenals bij alle ongehuwde vrouwen,
e onverschilligheid zich aan den wensch harer ouders had onderworpen; want zij antwoordde slechts met korte bevestigende woorden o
ijkaard Van Woumen met zijne
schalken volgden
d verliet de oude Martha met h
zettede het afgesproken gesprek voort, terwijl een oude schalk en een jonge knaap
lijf zult kiezen? Deze burcht staat niet verre van Brugge. Het zou ons pijnlijk vallen van onze eenige dochter do
stige boomgaarden, waranden en tuinen! Het is tevens zeer uitgestrekt en heeft groene weiden en wildrijke bosschen. Ik ken het wel: toen mher Robrechts moeder en ik nog kinderen waren, heb ik di
ndgoed zoo schoon als Ravenschoot rondom Brugge ligt; maar wat mij mees
a!" zuchtte Ver A
ust kondet hebben om van het landgoed te Houthem uw zomerverblijf te maken. Het is wel een aanzien
zen verzonken. Daarover verwonderd, aanschouwden R
stilte vroeg P
droomachtig, m
sloeg met eenen glimlach d
zaam mijne beloftegift heeft aanvaard, voel ik mij aangedreven tot onbescheidenheid. Volgens de overeenkomst tusschen u, mher Van Woumen, en mijne
daad tusschen ons
t zullen goedkeuren. Niet Houthem, maar wel het schoone Ravenschoot zal de morgengave m
ders juichten luid. Ravenschoot was inderdaad zulk uitgestrekt goed,
de dat hij, zooveel het hem mogelijk was, alles wilde inspannen om zijne vrouw gelukk
t hief het
en, "er is een ridder in de za
ijkaard ontevreden. "Verzoek hem na
, als wilde hij betuigen dat
tijdige bezoeker?"
ancmar Van Straten
d stond met
ggekeerd zijn? Zeker, hij brengt belangrijk nieuws.... Nu, Aldegunda, blijf intuss
ene groote zaal, waar hij een reeds bejaarden ridder, die hem met
ssen gewisseld te he
ncmar, gij zijt te
antwoord. "Ons leger blijft nog te Atrecht;
omt overmorge
brengen; want hij verlangt met plecht te worden onthaald, om reden dat eenige Fransche ridders hem zullen vergezellen, onder and
ijdschap vervullen. Maar hoe komt het dat gij zoo onverw
de is g
graaf nu voor goed
weder naar het leger.... Maar zeg mij, mher Van Woumen, ik heb in Brugge iets vernomen, zoo
g en mistrouwend. Hij voorzag waar
Robrecht Snelogh
spraak is van een huwelijk tussch
erheid, als wapende hij zich op voorhand tegen eene wa
n?" riep
en aanvaard; nog eene maand e
et niet, meh
aro
aard, zoudt wel zeker zijnen raad volgen, tenzij gij voorgenomen had
orpen huwelijk. Gij zijt het dus
egenheid voor u, in het belang uwer d
rijk, een volmaakt ridder, hoofsch, edelmoedig, goed van harte en door iedereen geacht en bemind. Zijn vader, die
een Erembald,
wat ge
alds zijn
zulks niet weet?" mord
de oneer voor zijn geslacht zien aanvaa
s. Mij verwondert het dat gij Robrecht Sneloghe niet reeds een Blauwvoet hebt genoemd; maar Blauwvoet, Isegrim, het zijn
e hofraadsheer met nadruk. "Niets kan hen tegen de dien
eent g
eeuwen en door de meerdere beschaving der wereld, heeft in Frankrijk, in Duitschland, in Itali? en zelfs in het grootste gedeelte van Vlaanderen het volk zijne vrijheid verloren en zijn de dorpers, arbeiders en alle laaggeboren lieden den heeren en edelen ondergeschikt e
rels hunne vrijheid te verdedigen hadden", bemerkte Ri
vreesde koning van Frankrijk. Zoo, aan één opperhoofd gehoorzamende, zal de ridderschap, door hare eendracht alleen, elke zucht naar onafhankelijkheid verstikken, die ergens uit den schoot van het dorpere volk mocht opstijgen; en waar
ns dit doel met gewel
st en g
g uit. "Gij en de andere ridders, de graaf zelf, hebt voor uw vertrek de Kere
moet men den vrede achter zich in het land laten
heer graaf de Ke
den oorlog voor de Kroon, Willem van Loo tegen hem hebben geholpen. Hij wenscht daarom insgelijks de Kerels onderjukt te zien; maar hij hoopt mettertijd en zonder bloedstorting allengs dit doel te bereiken. Laat de Kerels iets bedrij
e Rijkaard. "Het is zoo gemakkel
nd sterk zijn[29]? Wat zouden de Kerels kunnen doen, indien eene macht van tienduizend krijgslieden in de Ambachten verscheen, om daar
ger zou u helpen
zek
er graaf zou
... Kom, kom, mijn vriend Rijkaard, het is ten einde met de Kerels. Geen grond zonder heer. De Kerels zullen den graaf dienstbaar gemaakt worden, en wi
ouwde ten gronde en sch
lacida met Robrecht Sneloghe getrouwd zij, op het oogenblik dat de Kerels tot den staat van onvrije lieden worden verlaagd. Uwe dochter zou dus het lot van het veroordeeld geslacht moeten deelen? Gij zelf zoudt in
erschrikt. "Meent gij macht genoeg op den graaf te hebben
beurtenissen eene natuurlijke volgorde die mij het recht geeft te d
n erge verlegenhe
en, ik beloof u niet alleen de hulp van al de ridders, maar tevens de bijzondere bescherming van den graaf. Gij zult gemakkelijk eenen ev
" herhaalde Rijkaard met e
Tancmar, "maar bij bemint jonkver Placida en
lijksbelofte met Sneloghe poogt
rden. Nu, zeg mij, vriend Rijkaard, blijft gij waarlijk bij uw voornemen uwe dochter
Ik wil daarover nu niets beslissen. Er blijft
j zult overtuigd worden dat ik uit plichtgevoel nog veel van de waarheid u heb verzwegen ... Nu moet ik u verlaten; mijn tijd is kostelijk: ik h
de Rijkaard in gedacht
de zaal en stapte
taan en zeide tot Rijkaar
s door den graaf in leenen worden verdeeld en weggeschonken aan de ridders die 's vorsten gunst genieten. Onze graaf bemint u zeer uithoofde der vorige diensten welke gij hem hebt bewezen. Gij zult toch de kans om uwe erfgoederen aanzienlijk te vergrooten niet willen vernietigen ... Nu, vaa
p eenen stoel nederzakken. Hij legde zich de hand op het voo
ken wenscht hij de Kerels onderjukt te zien. Maar onze graaf zal zijne kroon aan de uitvoering dezer onrechtvaardige ontwerpen niet gaan wagen. Hij is een wijs en edelmoedig vorst ... Evenwel, wie weet, eilaas, welke gedachten de koning hem kan hebben ingeboezemd De Fransche ridders begrijpen niet dat geheel ee
dien dag afscheid van zijne verloofde te nemen. Hij meende te bemerken dat, terwijl Robrecht tot vaarwel Placida de hand drukte, zijne dochter haren toekomenden echtgenoot eenen blik toestuurde vol teedere minzaamheid. Dit gezicht bedroefde hem
t naderende
r, en er zijn tijdingen gekomen die van elk onzer eenige werkzaamheid eische
egt, deze komst legt ons zekere plichten op die niemand onzer mag v
ard eenige uitleggingen over het bericht dat des
nmiddellijk uitgaan. Indien Robrecht
groet en volgde, zonder meer te spreken, R
s vader te hinderen. Hij vroeg
n geest, mijn vriend?
mijmering opschietende. "Ho neen, heer, ik dacht a
an onzen vorst niet even verblijdend zijn voor al de lieden van
er woorden bezag hij m
?" herhaalde deze, in twi
al mij bedrogen hebb
zouden voornemens zijn de Kerels opnieuw te verontrusten e
ijn vr
ets van weten; want hij sprak m
k er van met treurnis? Hij vreest dus dat men er in gelu
Niemand zal Kerlingaland onderjukken; maar mijn oom treurt bij het gepeins dat al
ich waarlijk de zaak d
ls de vrije lieden der Ambachten, en wij zullen tegen het onrecht blijven worstelen
ijkaard. Hij zeide dat hij naar de Zilverstraat moest ga
traat; maar na eene korte wijl begon allengs zijn stap meer en meer te vertragen en
en keek aarzelend in het ronde, als wist hij niet meer welk
linkerhand, stapte over de Kraanbrug en daalde eene
de diepte van het heldere water en zette dan zijne droomachtige
enken, op eene steenen bank nederzakken, e
ete speelgenoote zijner eerste jaren, met de teedere maagd wier beeld zijn hart gansch had ingenomen en het nog onverwinbaar beheerschte, hoe hij ook poogde, in het gevoel des plichts, krachten te vinden om het te verjagen. Ach, nu hij eeuwig vaarwel aan den schoonsten droom zijner ziel had gezegd, nu las hij met klaarheid in zijnen eigen boezem, nu kon hij afmeten wat hij had verloren en welke schrikkelijke opoffering het noodlot hem had afgedwongen! Zijne goede zuster Witta, de arme weeze, welk zou voortaan haar lot zijn? Met de trotsche Placida zou zij niet lang kunnen wonen zonder zich vernederd te gevoelen. Zij zou dus heengaan
de boomen, op de steenen bank, gansch bewusteloos van het overige
em een diepe zucht, en nog meer helde zijn
neloghe herkende, bleef hij verrast staan en beschouwde hem met oogen waarin haat en nijd schenen te vlammen. Van
ht te hebben gestaard, gaf hij zijn gelaat eene treurige, d
tenis zette hij zich neder me
mij kan troosten. Robrecht, ik ben ongelukkig, diep ongelukkig
Ik begrijp u niet",
rienden. Laat gij mij
t? Spreek v
erlia is schoo
! Dit weet t
ht mijner ziel; zonder hare w
e zag hem ve
iet?" murmelde hij. "He
Vos met eene nijdigheid welke hij poogde te bedwingen "maar, eilaas, z
"waarom dus met linksche omwegen mij ondervragen? Wees openhartig. Gij wilt ze
e woorden te verstaan. Zij bemint u w
j, Disdir, het
kte Disdirs leden, en e
oor Dakerlia hetzelfde gevoel koestert, ben ik veroordeeld tot levenslange hopeloosheid. Indien gij, integendeel, haar niet bemint, dan zal ik hare koelheid jegens mij wel overwinnen. W
eten, knikte mher Sn
hand in zijn kleed en neep zich de borst ten bloede, terwijl
n, Disdir", zeide Robrecht
nt haar niet?"
r inderdaad
mel! E
plicht en door God zelf m
ouw
da heeft dezen morgen mijne beloftegift aanvaard. Binnen eene maand zal
sdir. "Gij ontlast mijn hart
men. Dit gezegde kwetse u niet. Gij weet dat Dakerlia bijna van kindsbeen af met mijne zuster Witta is opgevoed geworden. Geen wo
?" onderbrak Disdir met
aankondiging van mijn huweli
oit te voren uw
ord had ooit deze geheime z
t gij mij nie
it alles te zeggen; maar ik gevoel te diep in mijnen eigen
is als gaaft gij mij, met de verlorene hoop, een nieuw leven weder.
gelijk is zal i
goede woorden ten mijnen voordeele wil
nde echtgenoote eerbiedigen en mijnen plicht jegens haar vervullen Tusschen jonkver Dakerlia en mij mogen geene betrekkin
, gij hebt groot gel
ij, alsof hij eene o
ker vastgesteld? Er is ni
mits jonkver Van Woumen daarop m
aakt Dakerli
een mensch ter wereld de hand van Dakerlia afstaan. Nu even wel kost het mij niets u te bevredigen door u te zeggen dat ik d
ende die hem werd toegereikt zeide
en, als zij jonkver Wulf gaat bezoeken. Wat mij betreft, ik herhaal het u,
boomen. Disdir Vos zag hem achter
ij binnensmonds. "En voor hem alleen klopt haar hart
Ridderstrate, ten einde derwelke de gulden weerhaan
lot en op het verlies van alle levenshoop voor hem zelven. Weder werd hij treurig, bovenal toen hij voorbi
zijne zuster met de handen voor de oogen zitten. Hij zag dat ha
vroeg hij, "hoe zijt gij zoo bedr
et zij, "die arme on
s haar geschied?" morde
bed. Haar vader is niet te huis; maar de kamermeid heeft in aller haast gezonden om den geneesheer te halen. Zij meent dat men Dakerlia za
ogen opwellen; maar hij bedwong dit
ooit meer in onzen Steen mogen komen. Dit is de belooning voor hare teedere vriendschap
t zijn, tot in den grond van ons hart te eerbiedigen. Ik ga trouwen, Placida Van Woumen wordt mijne echtgenoote. Van dit oogenblik a
is de plicht, maar toch, gij hebt gelijk. Zwijgen zal ik. E
sher Wulfs Steen, verneem wat daar geschiedt, opdat gij ten minste van de onrust wordet verlos
hij sloeg de handen voor de oog
tno
2
naaste bloedverwanten des vermoorden, betalende ee
2
j zekere vrije personen zich de eene of andere abd
2
zitten om stemrecht in de vergaderingen te hebben. Dit ei
2
ijne bruid moest schenken den morgen na zij
2
e leger: SUGER, vie de Louis V, le gros, in de Coll. d
Werewolf
Romance
Romance
Romance
Romance
Werewolf