icon 0
icon TOP UP
rightIcon
icon Reading History
rightIcon
icon Log out
rightIcon
icon Get the APP
rightIcon

De Kerels van Vlaanderen

Chapter 3 No.3

Word Count: 7244    |    Released on: 30/11/2017

, verre boven de poortershuizen, de ach

van de gekanteelde omheiningsmuur met zijne schietgaten op St-Pieters voorgeborchte uitzag. Zij was van alle zijd

eds begon te sieren met de veelkleurige tinten die den komenden winter aankondigen. Dien morgen echter

eiden aan zekere kostbare kleedingstukken. Eene der jongsten

dan eenen blik op den arbeid harer twee gezellinnen en wees

en; ja, eene zilveren schaar naast een fraai naaischrijn op de tafel en een stoel van gesneden eikenhout met een

bben; want zij hield mismoedig het hoofd over h

j zijt te gevoelig; en daarbij, onze jonkvrouw heeft gelijk: wij arme dienaars

meisje. "Onze jonkvrouw toont zich hard voor mij. Wat kw

brecht Tancmar zonder den verschuldigden eerbied? Mher Ghi

alde de jonge Brigitta

eken, heeft uwe taal jonkver Placida diep gekwetst. Zij bes

sde zij van uit den Steen gehoord te

lbrecht tot bruidegom zou hebben en dat zij nu de hand van Robrecht Sneloghe

ude vrouw, met een gebaar van angst.

misgrijp? Wat denkt gi

e meisje. "Ik denk dat wij beter d

?" vroeg Brigitta met eene soort

stoute woorden liet hooren dat ik zulks geloofde. Ik zeide tot onze jonkvrouw, die mij al te

ntwoord, dit is

rhof zoo wreedelijk met roeden geeselen,

zulken hoon geschie

en evenals Amelberga",

udt gij doen

e mij deed sterven. Reeds meer dan eens heb ik er aan gedach

schertste Amelberga, "zulke taa

geboren, op een leen dat onze heer omtrent Aalst in Zeizers-Vlaanderen bezit; maar ik

ts er insgelijks die

Wie zijne vrijheid verlie

de straf eener misdaad bracht hem in slavernij", be

hermzeis-dit is een zwaard-zijnen tegenstrever eenen zoo noodlottigen slag toe dat hij er van stierf. De talrijke bloedverwanten van den overledene zouden onzen neef en mijnen vader gedood hebben, zooals het recht en de plicht der Veete het hun oplegden. Evenwel, zij gaven ons vrede en aanvaardden den zoen; maar het zoengeld dat zij eischten was zoo aanzienlijk, dat alwat mijn vader en zijn neef bezaten nauwelijks toereikend was om het te betalen[25]. Mijn vader bleef dan zijne hut bewonen, niet meer als eigenaar, maar als vrijlaat, zittende op een anders goed. Weinig tijds daarna, in den Houthulst op jacht zijnde, werd hij, eilaas, door een everzwijn zoo deerlijk gewond, dat men hem ter plaatse dood vond.

eene wi

arlijk vrij geweest

edrukt om eene jonge huismeid te vinden die handig was in naai- en stikwerk, heeft haar heer va

berga. "In alle geval zoudt gij de dienaresse van vr

en zij gaan en komen en verhuren hunnen arbeid waar en aan wien zij willen. Het eenig onderscheid bestaat daarin dat men een grondeigendom, hoe gering ook, moet bezitten om stemrecht in de vergadering te hebben[27]. Ware ik vrij gebleven, ik hadde gemakkelijk eenen Kerel tot bruidegom gevonden. Indien mijn man geen stuk grond bez

or mher Robrecht Sneloghe toont, terwijl gij van mher Ghijselbr

hij is schooner van gelaat, zachter van gemoed en daarbij minzaam met iedereen, zelfs met ons. Hij i

niet wat ik wil

an, Ma

ed spree

grijp

tta, dat gij niet weet. Robrecht

ren is blijft het zoolang h

n wil ophouden

is door eenen onverbreekbaren

n het Veurne-Ambacht geboren. Mher Robrecht zelf, meen ik, kwam te

elijks een Kerel!" riep Br

ha voort, "maar indien gij dit alles niet wist, dan h

zij, na haar huwelijk, dezen Steen verlaat. Wie weet of zij niet in Kerlingaland zal wonen? Zoo, met mher Robrecht, met eenen Kerel tot meester, zal ik

n van eerbied het hoofd, doch schouwden

e smaragden, dat aan den hals der jonkvrouw glinsterde en, met een kruis van vuurroode robijnen, tot op hare borst nederhing. Zij

an trotschheid, dat nog versterkt werd door den tragen, statigen blik harer oogen. Het blonde haar dat, evenals bij alle ongehuwde vrouwen,

e onverschilligheid zich aan den wensch harer ouders had onderworpen; want zij antwoordde slechts met korte bevestigende woorden o

ijkaard Van Woumen met zijne

schalken volgden

d verliet de oude Martha met h

zettede het afgesproken gesprek voort, terwijl een oude schalk en een jonge knaap

lijf zult kiezen? Deze burcht staat niet verre van Brugge. Het zou ons pijnlijk vallen van onze eenige dochter do

stige boomgaarden, waranden en tuinen! Het is tevens zeer uitgestrekt en heeft groene weiden en wildrijke bosschen. Ik ken het wel: toen mher Robrechts moeder en ik nog kinderen waren, heb ik di

ndgoed zoo schoon als Ravenschoot rondom Brugge ligt; maar wat mij mees

a!" zuchtte Ver A

ust kondet hebben om van het landgoed te Houthem uw zomerverblijf te maken. Het is wel een aanzien

zen verzonken. Daarover verwonderd, aanschouwden R

stilte vroeg P

droomachtig, m

sloeg met eenen glimlach d

zaam mijne beloftegift heeft aanvaard, voel ik mij aangedreven tot onbescheidenheid. Volgens de overeenkomst tusschen u, mher Van Woumen, en mijne

daad tusschen ons

t zullen goedkeuren. Niet Houthem, maar wel het schoone Ravenschoot zal de morgengave m

ders juichten luid. Ravenschoot was inderdaad zulk uitgestrekt goed,

de dat hij, zooveel het hem mogelijk was, alles wilde inspannen om zijne vrouw gelukk

t hief het

en, "er is een ridder in de za

ijkaard ontevreden. "Verzoek hem na

, als wilde hij betuigen dat

tijdige bezoeker?"

ancmar Van Straten

d stond met

ggekeerd zijn? Zeker, hij brengt belangrijk nieuws.... Nu, Aldegunda, blijf intuss

ene groote zaal, waar hij een reeds bejaarden ridder, die hem met

ssen gewisseld te he

ncmar, gij zijt te

antwoord. "Ons leger blijft nog te Atrecht;

omt overmorge

brengen; want hij verlangt met plecht te worden onthaald, om reden dat eenige Fransche ridders hem zullen vergezellen, onder and

ijdschap vervullen. Maar hoe komt het dat gij zoo onverw

de is g

graaf nu voor goed

weder naar het leger.... Maar zeg mij, mher Van Woumen, ik heb in Brugge iets vernomen, zoo

g en mistrouwend. Hij voorzag waar

Robrecht Snelogh

spraak is van een huwelijk tussch

erheid, als wapende hij zich op voorhand tegen eene wa

n?" riep

en aanvaard; nog eene maand e

et niet, meh

aro

aard, zoudt wel zeker zijnen raad volgen, tenzij gij voorgenomen had

orpen huwelijk. Gij zijt het dus

egenheid voor u, in het belang uwer d

rijk, een volmaakt ridder, hoofsch, edelmoedig, goed van harte en door iedereen geacht en bemind. Zijn vader, die

een Erembald,

wat ge

alds zijn

zulks niet weet?" mord

de oneer voor zijn geslacht zien aanvaa

s. Mij verwondert het dat gij Robrecht Sneloghe niet reeds een Blauwvoet hebt genoemd; maar Blauwvoet, Isegrim, het zijn

e hofraadsheer met nadruk. "Niets kan hen tegen de dien

eent g

eeuwen en door de meerdere beschaving der wereld, heeft in Frankrijk, in Duitschland, in Itali? en zelfs in het grootste gedeelte van Vlaanderen het volk zijne vrijheid verloren en zijn de dorpers, arbeiders en alle laaggeboren lieden den heeren en edelen ondergeschikt e

rels hunne vrijheid te verdedigen hadden", bemerkte Ri

vreesde koning van Frankrijk. Zoo, aan één opperhoofd gehoorzamende, zal de ridderschap, door hare eendracht alleen, elke zucht naar onafhankelijkheid verstikken, die ergens uit den schoot van het dorpere volk mocht opstijgen; en waar

ns dit doel met gewel

st en g

g uit. "Gij en de andere ridders, de graaf zelf, hebt voor uw vertrek de Kere

moet men den vrede achter zich in het land laten

heer graaf de Ke

den oorlog voor de Kroon, Willem van Loo tegen hem hebben geholpen. Hij wenscht daarom insgelijks de Kerels onderjukt te zien; maar hij hoopt mettertijd en zonder bloedstorting allengs dit doel te bereiken. Laat de Kerels iets bedrij

e Rijkaard. "Het is zoo gemakkel

nd sterk zijn[29]? Wat zouden de Kerels kunnen doen, indien eene macht van tienduizend krijgslieden in de Ambachten verscheen, om daar

ger zou u helpen

zek

er graaf zou

... Kom, kom, mijn vriend Rijkaard, het is ten einde met de Kerels. Geen grond zonder heer. De Kerels zullen den graaf dienstbaar gemaakt worden, en wi

ouwde ten gronde en sch

lacida met Robrecht Sneloghe getrouwd zij, op het oogenblik dat de Kerels tot den staat van onvrije lieden worden verlaagd. Uwe dochter zou dus het lot van het veroordeeld geslacht moeten deelen? Gij zelf zoudt in

erschrikt. "Meent gij macht genoeg op den graaf te hebben

beurtenissen eene natuurlijke volgorde die mij het recht geeft te d

n erge verlegenhe

en, ik beloof u niet alleen de hulp van al de ridders, maar tevens de bijzondere bescherming van den graaf. Gij zult gemakkelijk eenen ev

" herhaalde Rijkaard met e

Tancmar, "maar bij bemint jonkver Placida en

lijksbelofte met Sneloghe poogt

rden. Nu, zeg mij, vriend Rijkaard, blijft gij waarlijk bij uw voornemen uwe dochter

Ik wil daarover nu niets beslissen. Er blijft

j zult overtuigd worden dat ik uit plichtgevoel nog veel van de waarheid u heb verzwegen ... Nu moet ik u verlaten; mijn tijd is kostelijk: ik h

de Rijkaard in gedacht

de zaal en stapte

taan en zeide tot Rijkaar

s door den graaf in leenen worden verdeeld en weggeschonken aan de ridders die 's vorsten gunst genieten. Onze graaf bemint u zeer uithoofde der vorige diensten welke gij hem hebt bewezen. Gij zult toch de kans om uwe erfgoederen aanzienlijk te vergrooten niet willen vernietigen ... Nu, vaa

p eenen stoel nederzakken. Hij legde zich de hand op het voo

ken wenscht hij de Kerels onderjukt te zien. Maar onze graaf zal zijne kroon aan de uitvoering dezer onrechtvaardige ontwerpen niet gaan wagen. Hij is een wijs en edelmoedig vorst ... Evenwel, wie weet, eilaas, welke gedachten de koning hem kan hebben ingeboezemd De Fransche ridders begrijpen niet dat geheel ee

dien dag afscheid van zijne verloofde te nemen. Hij meende te bemerken dat, terwijl Robrecht tot vaarwel Placida de hand drukte, zijne dochter haren toekomenden echtgenoot eenen blik toestuurde vol teedere minzaamheid. Dit gezicht bedroefde hem

t naderende

r, en er zijn tijdingen gekomen die van elk onzer eenige werkzaamheid eische

egt, deze komst legt ons zekere plichten op die niemand onzer mag v

ard eenige uitleggingen over het bericht dat des

nmiddellijk uitgaan. Indien Robrecht

groet en volgde, zonder meer te spreken, R

s vader te hinderen. Hij vroeg

n geest, mijn vriend?

mijmering opschietende. "Ho neen, heer, ik dacht a

an onzen vorst niet even verblijdend zijn voor al de lieden van

er woorden bezag hij m

?" herhaalde deze, in twi

al mij bedrogen hebb

zouden voornemens zijn de Kerels opnieuw te verontrusten e

ijn vr

ets van weten; want hij sprak m

k er van met treurnis? Hij vreest dus dat men er in gelu

Niemand zal Kerlingaland onderjukken; maar mijn oom treurt bij het gepeins dat al

ich waarlijk de zaak d

ls de vrije lieden der Ambachten, en wij zullen tegen het onrecht blijven worstelen

ijkaard. Hij zeide dat hij naar de Zilverstraat moest ga

traat; maar na eene korte wijl begon allengs zijn stap meer en meer te vertragen en

en keek aarzelend in het ronde, als wist hij niet meer welk

linkerhand, stapte over de Kraanbrug en daalde eene

de diepte van het heldere water en zette dan zijne droomachtige

enken, op eene steenen bank nederzakken, e

ete speelgenoote zijner eerste jaren, met de teedere maagd wier beeld zijn hart gansch had ingenomen en het nog onverwinbaar beheerschte, hoe hij ook poogde, in het gevoel des plichts, krachten te vinden om het te verjagen. Ach, nu hij eeuwig vaarwel aan den schoonsten droom zijner ziel had gezegd, nu las hij met klaarheid in zijnen eigen boezem, nu kon hij afmeten wat hij had verloren en welke schrikkelijke opoffering het noodlot hem had afgedwongen! Zijne goede zuster Witta, de arme weeze, welk zou voortaan haar lot zijn? Met de trotsche Placida zou zij niet lang kunnen wonen zonder zich vernederd te gevoelen. Zij zou dus heengaan

de boomen, op de steenen bank, gansch bewusteloos van het overige

em een diepe zucht, en nog meer helde zijn

neloghe herkende, bleef hij verrast staan en beschouwde hem met oogen waarin haat en nijd schenen te vlammen. Van

ht te hebben gestaard, gaf hij zijn gelaat eene treurige, d

tenis zette hij zich neder me

mij kan troosten. Robrecht, ik ben ongelukkig, diep ongelukkig

Ik begrijp u niet",

rienden. Laat gij mij

t? Spreek v

erlia is schoo

! Dit weet t

ht mijner ziel; zonder hare w

e zag hem ve

iet?" murmelde hij. "He

Vos met eene nijdigheid welke hij poogde te bedwingen "maar, eilaas, z

"waarom dus met linksche omwegen mij ondervragen? Wees openhartig. Gij wilt ze

e woorden te verstaan. Zij bemint u w

j, Disdir, het

kte Disdirs leden, en e

oor Dakerlia hetzelfde gevoel koestert, ben ik veroordeeld tot levenslange hopeloosheid. Indien gij, integendeel, haar niet bemint, dan zal ik hare koelheid jegens mij wel overwinnen. W

eten, knikte mher Sn

hand in zijn kleed en neep zich de borst ten bloede, terwijl

n, Disdir", zeide Robrecht

nt haar niet?"

r inderdaad

mel! E

plicht en door God zelf m

ouw

da heeft dezen morgen mijne beloftegift aanvaard. Binnen eene maand zal

sdir. "Gij ontlast mijn hart

men. Dit gezegde kwetse u niet. Gij weet dat Dakerlia bijna van kindsbeen af met mijne zuster Witta is opgevoed geworden. Geen wo

?" onderbrak Disdir met

aankondiging van mijn huweli

oit te voren uw

ord had ooit deze geheime z

t gij mij nie

it alles te zeggen; maar ik gevoel te diep in mijnen eigen

is als gaaft gij mij, met de verlorene hoop, een nieuw leven weder.

gelijk is zal i

goede woorden ten mijnen voordeele wil

nde echtgenoote eerbiedigen en mijnen plicht jegens haar vervullen Tusschen jonkver Dakerlia en mij mogen geene betrekkin

, gij hebt groot gel

ij, alsof hij eene o

ker vastgesteld? Er is ni

mits jonkver Van Woumen daarop m

aakt Dakerli

een mensch ter wereld de hand van Dakerlia afstaan. Nu even wel kost het mij niets u te bevredigen door u te zeggen dat ik d

ende die hem werd toegereikt zeide

en, als zij jonkver Wulf gaat bezoeken. Wat mij betreft, ik herhaal het u,

boomen. Disdir Vos zag hem achter

ij binnensmonds. "En voor hem alleen klopt haar hart

Ridderstrate, ten einde derwelke de gulden weerhaan

lot en op het verlies van alle levenshoop voor hem zelven. Weder werd hij treurig, bovenal toen hij voorbi

zijne zuster met de handen voor de oogen zitten. Hij zag dat ha

vroeg hij, "hoe zijt gij zoo bedr

et zij, "die arme on

s haar geschied?" morde

bed. Haar vader is niet te huis; maar de kamermeid heeft in aller haast gezonden om den geneesheer te halen. Zij meent dat men Dakerlia za

ogen opwellen; maar hij bedwong dit

ooit meer in onzen Steen mogen komen. Dit is de belooning voor hare teedere vriendschap

t zijn, tot in den grond van ons hart te eerbiedigen. Ik ga trouwen, Placida Van Woumen wordt mijne echtgenoote. Van dit oogenblik a

is de plicht, maar toch, gij hebt gelijk. Zwijgen zal ik. E

sher Wulfs Steen, verneem wat daar geschiedt, opdat gij ten minste van de onrust wordet verlos

hij sloeg de handen voor de oog

tno

2

naaste bloedverwanten des vermoorden, betalende ee

2

j zekere vrije personen zich de eene of andere abd

2

zitten om stemrecht in de vergaderingen te hebben. Dit ei

2

ijne bruid moest schenken den morgen na zij

2

e leger: SUGER, vie de Louis V, le gros, in de Coll. d

Claim Your Bonus at the APP

Open