Lente
Vlaanderen, op 't platteland althans, een vrijwel onbekende figuur. Men kende er beter den Franschen Keizer, zooals de gekleurde
ns, de Koning, al hun portretten vulden onze ge?llustreerde bladen en de menschen zochten gelijkenissen: diè welbekende, stoere boer, uit een of ander ver gehucht, leek eenigszins op Bismarck; dàt oud, gebogen ventje
ldere ramen en fijne, lichtroze persiennes. Een frisch lief bloementuintje, vol zonnige, heldere kleuren, lag er verdeeld in keurig-onderhouden perkjes achter het ijzeren hek met vergulde piekens langs den straatkant; hooge, donk
Amédé Fruytier. Hij hield van lekker eten en drinken, hij ontmoette zijne vrienden in
den gemeenteraad, al wist hij heel precies te zeggen hoe de gemeente had moeten beheerd worden. Hi
ij, die zoo rijk was en zooveel verstand had, zich met niets wilde bemoeien,... ik ete thuis op mijn gema
d dan wel heel barsch en sprak wel heel kort van zich af, maar 't was soms om een diep
den niet weinig op hun kop gaan krijgen! Hij schold er op, 's avonds in de herberg, met zijn vrienden, die hem maar zelden durfden tegenspreken, omdat hij de rijkste van het dorp was. En met grijnzend welgevallen las hij hun, uit zijn dagb
ijk goed kende. Lowie Napoléon zou dit, Lowie Napoléon zou dàt; Lowie Napoléon had zijn plan, dat slechts door heel enke
e eerst niets dan Fransche portretten gaven, kwamen vol met Duitsche plaatjes. Zoo zag meneer Fruytier voor
t eenige verschil-en toen meneer Fruytier even met de hand het haar van zijn kin wegduwde en zich in den spiegel bekeek, werd de gelijkenis zóó treffend, dat hij voor zijn eigen be
ien gelij
eder en dochter te gelijkertijd
erd er haast
t in Frankrijk leu
!" riep hij, trotsch zijn
tuurlijk!" angstigde mevr
n Pruisen hem zoe loate schieten lij
halksch van innige pret, zijn koonen bloosden, hij kwam bij zijn vrienden, haalde 't ge?llustreerde blad half dichtgevouwen uit
Mijn portret in de gaze
?" verbaasden zich de vrienden, om de beurt het a
t het?" herhaalde hij, opg
, het blad geheel ontvouwde en h
Koning v
-O, moar, menier Fruytier, 't gelijkt op ou lijk twie dreupels woater! Scheir
een kentering in menier Fruytiers
l omgekeerd. Voortdurend kwam hij aanzetten met nieuwe courantjes, allen Duitschgezind nu, en hij grinnikte van pret bij iedere Fransche nederlaag, om zijn voorspellingen die telkens uitkwamen, terwijl hij meer en meer, op familiair-vertrouwden toon ging spreken over 't Duitsche leger, over de Duitsche generaals en ook over den Pruisischen Koning, dien hij weldra zoo intiem scheen te kennen als hij destijds Lowie Napoléon gekend had. Ook b
board valt uit op ou? kinne. No
in 't dorp, hem nu Peetje-Pruis noemde. En hij vertelde hun dat hij wel vreesde iets aan de kinneharen van zijn baard te he
t er gien last mier van hên."
de straat voorbijging. De menschen kwamen op hun drempels om hem na te kijken. Ik zie hem nog de stoep van "Het Huis van Commercie" bekli
menschen. En een vreemde huivering van ontz
met het ontzettende nieuws in zijn zak; hij haalde ze te voor
e? We 'n moén nou moar op ons gemak veuruit goan en
... 't Zijn van mijn verste herinneringen, maar nog voel i
r te hebben gehoord; men had den grond voelen dreunen en 's avonds zagen de angstig-verwilderde oogen van de dorpelingen reusachtig-breede bloedvlekken aan den hemel. Men sprak van meer dan
echtig voor zijn vrienden aan, dienzelfden avond, in de "stamenee" "Het Gouden Zul
geried; 'k vertrekke
nt-e toch niet!" vlogen moede
bravoerde hij, met een beweging naar de
en hem den weg, klampten zich sme
u b'lieft 'n doet dat toch niet!
k Neme mijn jachtgew
b'lieft! as 't ou b'li
ensklaps woedend, opgewonden en
lven dag!" smeekte zijn vrouw. "Wacht te minsten tot morgen uchtijnk
zijn valies moest al vast gepakt worden en, zoodra hij 't laatste nieuws in de courant gelezen had, zou hij vertrekken. 't Was en
n te pakken, terwijl hij zelf, koortsachtig opgewonden, zijn jac
van 't begin tot het eind, met de verhal
Meneer Fruytier nam nu en dan een haastige hap van zijn brood en een slok van zijn koffie, die ijskoud werd. Ana?s, de dochter gaf wel af en toe blijken van vermoeidheid en staarde naar de deur alsof zij op wou
n de heele courant bijna uit was,
ellende. Zij worden "onmiddellijk ontwapend en zoo spoedig mogelijk, "per spoorweg, naar verschillende plaatsen "van het land gedirigeerd. Gisteren avond "vertrokken drie stampvolle treinen naar Luik,
er kreeg plots
ar te goare goan noa
eer en staarde zijn vrouw strak-ro
ze noar Seda
lles afgezet deur troepen! Morgen, te Gent, zilt
ven. Zij voeld
ou vrienden d'r bij. Die zillen
ep meneer Fruytier, eensklaps
een kermisd
e gewesten van Vlaanderen, om dat eenig schouwspel bij te wonen: de
tuigen konden er niet meer door, de politie was overrompeld, en alleen de
er. Hij had geen seconde getwijfeld of zijn verschijning zou een enorme sensatie verwekken; doch het viel tegen, geen mensch lette bizonder op hem, geen een scheen door de sprekende gelijkenis getroffen; en 't maakte meneer Fruytier inwendig nijdig en woed
t da hier? T'n es hier ni
Pa, smeekten vrouw en dochter, die, tegen haar zin
ang, in angstig-toenem
igte; en iets naderde, door een troep gendarmen te paard voorafgegaan en
e krijgsge
ingen, door eerbied en emotie, met wijdangstige oogen aan den grond genageld. Eenige lui, op 't station
schroeid; de epauletten hingen afgezakt in vale rafels; de shako's waren ingedrukt; de bloote, gore, struikende voeten barstten uit de ros-en-grauw geworden, gapende schoenen. Armen werden in vuilgrijs linnen verband gedragen; bebloede doeken o
àt waar ze maanden van gedroomd en zich mee opgewonden hadden: een tafereel uit den oorlog!... Dàt was er nu geworden, door honger, door uitputting, door wreedheid, door bloed, van al die menschen-hun medemenschen-die niet eens wisten waarom zij zoo gevochten hadden en als wilde beesten naa
kte plotseling mevrouw Fruytier, zich
uwspel overweldigd, kon hij zich ook niet goed meer houden, en midden in zijn vrienden, di
jn oogen hadden een zachtere uitdrukking gekregen, zijn houding was ge
eheel op Peetje P