Vanden Vos Reinaerde
mstreeks 1130 den vorm aannam waarin zij ons bekend is(41), heet het van BERNARD DE NAISIL, die
e qu'en la tai
l bestookten vos op het oog had. Grimm heeft eene plaats aangehaald van GUIBERT DE NOGENT, die in 1124 stierf, waaruit blijkt, dat ten jare 1112 de verhalen van Reinaert en Isengrim zoo algemeen bekend waren te Laon in Noord-Frankrijk, dat men een mensch van een w
wijzen, is natuurlijk zelfs niet te gissen; maar wij weten dat beide vormen nevens elkander b
i en conten
pas vers m
content à
omloop waren(44), die waarschijnlijk wel de oudste zijn, d
en die te samen meer dan 30,000 verzen bevatten, alle takken (branches) van den
hun oordeel eenigsins uiteenloopt over de tijdsbepaling van hunne tegenwoordige vorm. Zoo zegt GRIMM(45): ?abgefasst sind die frühsten derselben [branches] wahrscheinlich von der zweiten h?lfte des zw?lften jahrhunde
s versions postérieures de compositions plus anciennes, selon toute apparence la plupart des morceaux qui composent pour nous aujourd'hui le Roman de Renart datent du treizième siècle. Quelques uns pourraient bien êt
ij ?reprirent pour ainsi dire en sous-?uvre, la remanièrent, la refirent, l'ornèrent, l'altérèrent dans tous les sens, suivant en cela leurs nouvelles idées et leurs nouvelles fantaisies. Ce travail, qui dura plus d'un siècle, eut pour fruit le R
t sterk afsteekt bij de drooger, eenvoudiger, minder kunstmatige manier van een vroeger tijdvak. Nu is het maar de vraag of het mogelijk is, van sommigen althans, den ouderdom met eenige juistheid aan te geven. Grimm zelfs is, gelijk wij zagen, slechts tot zeer algemeene rezultaten gekome
slechts tot het beoogde doel kunnen geraken, waarbij wij tevens o
s: niet in het oorspronkelijke; maar er bestaat eene Middenhoogduitsche vertaling van een ouder stuk, welks inhoud en algemeene gang grootendeels overeenkomt met de twintigste branc
r drie stukken geeft, nadat wij eerst eenige m
bedoelen is de Reinhart v
chanteklêr en Pinte; terwijl Uebelloch blijkbaar eene vertaling is van Malpertuis. Ook het woord villan, ?h?tte nicht leicht ein deutscher ?ltere
un po?me antérieur de Renart en fran?ais, et profitant de cette connaissance
l'imitation expresse d'un original fran?ais. Cet original sans doute n'existe plus; mais tels sont, ou pour mieux dire, tels dure
fransche branches wordt terug gevonden. Het laatste en uitvoerigste, vs.
rste verhalen niet bevat, en dat de fransche branc
stoire ès p
nsche branches het geval was, voelde ROTHE reeds(55). Fauriel is het met hem eens, als hij zegt(56): ?Les trouvères combinèrent de la manière la plus arbitraire, dans plus d'une des grandes branches du roman, des fables composées séparément, et faites pour rester séparées....
t de verschillende verhalen oorspronkelijk niet tot elkander behoorden, niet als eene ondeelbare eenheid zijn te beschouwen, niet vormen ?une véritable unité
hij die reeds zoo in zijn voorbeeld verbonden aantrof, is niet uit
in
buoch zesa
ngr?nes
uitscher de verschillende branches had te samen gevoeg
in
az buoch
sengr?
wel onbeslist za
iterlijk in de eerste helft der twaalfde eeuw valt; naar den geheelen toon te oordeelen moet het echter eer tot de laatste ja
ails onderling gemeen hebben, maar zelfs een aantal letterlijk gelijkluidende regels. Dat zij eene omwerking van het ouder fransche stuk, dat aan den Reinhart ten grondslag lag, vormen, valt
he.... contiennent en entier le récit des vingts-trois premiers chapitres du premier livre du Reineke Fuchs [en dus ook van onzen Reinaert]. Pour le reste seulement, cette branche du Roman de Renart diffè
r onbepaald en leidt
s gaat veel verder. Hij beweert dat de estoire, l'escrit, dat het fransche stuk als zijn origineel aangeeft (vs. 6959, 10036
de aandacht op een aanta
dere vertaald is, maar er volgt nog niet noodzakelijk uit, dat het vlaamsc
end uit, ?in vs. 10493 laet hy zelfs het vlaemsche woord willecome staen, op dezelfde plaets waer hy he
Reinaert komt om hem ten hove
, hele
sijt mi
eeft het Fran
li Renarz,
dit laatste bewijs beslist! Maar
ord willekome ook in d
?Willekome,
ging; want zoo het woord al ontegenzeggelijk duitsch en v
en geschreven Renart Le Nouv
apostole à
gas, ki
nt à
vo fille ai
sera wa
naus et a
haut le s
khiere, go
i respont
enape wi
armede MéONS derde deel aan
s a le c
enart
e, bien v
ar vos ve
aar men immers in de Chroniques de Normandie van BENOIT
es lices
vre, si
t als ?accueillir, souhaiter
in zijn voorbeeld vond, of anders het hier uit zichzelf invoerde, daar hij stellig een Vlaming was, ge
geene bewijskracht hebben, en wij moeten
icht en de fransche branche doorloopend vergelijkt met den mhd. Reinhart, die het oudere fransche origineel vertegenwoordigt, dan moet er wel licht opgaan
e uitkomsten zoodanig
cht, en wordt evenmin in het fransche als vlaamsche stuk aangetroffen, zoodat dit waarschijnlijk een toevoegsel van den GLICHES?RE is, daar het toch niet aannemelijk
ansche branche nader aan het Mhd. dan onz
e reht he
sprechen
in eines
Br?n der
ngt Bruns li Ors zich toch in het geding (9705), hetgeen wel een uitvloeisel van de vroegere voorstelling kon zijn. Buitendien vinden
ant, nu
man brin
iu wese
hart haar, die veel grooter is, onmogelij
Grimbers li tesson
t for
isié, ne t
j zich vervolgens to
clamor e
i vostre
bestes
.......
crient ne
aakt, wordt in het Mhd. des konings ?zornege mu
ir m?n
der fuhs
en r?men
den t?t a
woedend, dat de haas van sch
bestuont i
he wordt 's konings woed
rois vit
prist du
a fait d
nist por l
lent drec
t si hard
ngler qui
ire sospir
ot Coarz
deus jors les
men nu in onzen vlaa
graven wordt, zegt
c hiez s
en, sinen
r s?ne l
art schier
Fransch, vs. 10
s, prenez
ire Bruia
l'ame de
nmi cele
s une s
plain et
on d'autr
Bruns, vost
l'estol
ie tant
is el com
i autre d
enciée l
dis, li
r cele tr
ax chant
Brichemer
i ors, dist
art l'ame
vegile f
nt a la
rtèrent en
et Mhd. In den Reinaert leest men allee
onse vigil
llen wise
e, ter eer
........
oot was sci
emen hore
hinnen,
acebo
se, die daer
oc, in war
t ware on
der siele
die siele
igilie gh
Coppen in d
r den Reinaert kan bewerkt zijn, daar in het laatstgenoemde stuk Bruun niet genoemd wordt als zanger van
egt en daar van zijne koorts genezen wordt, waaruit blijkt dat de verslagene eene he
t sich ?f da
w?len er
iu sag
im des r
e ?f er
c gienger
im vrem
az hu
gotes ges
erug, hoewel het daar niet op zijne juiste p
Coars, li li
trembloit
les avoi
u, or les
ombe dam
ele fu
volt d'i
ormir sor
af legt, voorgevende kiespijn te hebben, waarvan hij ook beweer
middelen te baat neemt om den koning tegen zijn vijand op te zetten; misschien is het zelfs alleen het werk van een afschrijver. Maar
n nog al af van het Mhd.; maar ook hier hebben wij twee plaatsen die bewijzen,
t deze, in de fransche branche, dat hij vanzelf reeds op weg z
lleus mengi
ntvangen, en hun zet men een goed maal voor
fère con g
e, avoie
et mes po
me sui d
en mengié
iel en fre
emt ?cest bon miel frès et novel", is hier geheel op hare pla
zooveel van ?ere vremder niewer spise" gegeten had, dat hij niet kon loopen; en toch was het maar eene onedele spijs
ic eten d
niet mach
te smalen, ten einde den beer des te beter om den tuin
ieve Vos
nich dus
hij ter zelfder plaatse die ver
rsche ho
tdrukking in den vlaamschen tekst gekomen is, als men daarin eene o
hem naar zijne burcht trekken: dáár voor de deur zittende ziet hij den mis
zorne nicht e
n übellich
et fransche gedicht v
Brun de loi
mis parmi
tuis sa
crient os
ser que Br
rz deus g
........
estoit
i pot resp
vet plus q
beeren vlucht door de rivier in het verloren ouder fransche gedicht kan gestaan hebben(64); maar dit is onwaarschijnlijk, daar de nieuwere branche zich gehe
in het Mhd., volgens GRIMMS opmerking ?der ganze vortrag hier eine leidige zu
. Maar als Reinaert zich opmaakt naa
e machter
: ?Got be
sen lü
ch nicht
n het Fransc
oucha ade
oiz se ren
igna por l
nt Noble,
en grant
ekt in het vl
n de drie stukken weder geheel uit een
nche onmogelijk naar onzen vlaamschen Reinaert kan zijn vertaald, zoo als WILLEMS als bewezen aannam; want herhaaldelijk trof
de enkele fransche woorden, als morseel, museel, enz. die er in voorkomen, ik laat zelfs hier het woord male buiten reken
differma
die alleen door vergelijking met het Fran
eft ooc niem
oninc, m
dat hi li
ocht hire
eekenis van zelfs, zelfs niet, die hier ge?ischt wordt. Alleen het fra
te de pu
ex ne po
aar R. alle die
bien ch
coue ou
a fet gran
arbre le
lia par la
tting betreft als de bijzonderheden in de enkele tafreeltjes. Is het nu te verwachten, dat de minder voortreffelijke redaktie eene navolging zou zijn van
het andere werd bewerkt, omdat er in beiden zoovele regels zijn, die blijkbaar letterlijk met elkander overeenkomen; maar het zou niet onmogelijk zijn dat de Reinaert ee
hetzelfde verhaal zouden hebben bestaan: 1) de oudste, wier inhoud ons GLICHES?RE heeft bewaard, 2) de eer
eene bepaalde uitkomst leiden. Ten einde die zoo doeltreffend mogelijk te maken, moeten wij ee