Over literatuur
clu
derdeels de letterkundige criticus, het óók op ervaring steunend recht meent te hebben, hier zonder omwegen te uiten: Indien de marxistische aesthetiek verderfelijk is voor de kennis van de waarheid, zoowel betreffende den aard van het Scheppend Vermogen der kunste
ante nadert; zij spreken tot elkander, het is een zoet oogenblik van troost voor haar, één oogenblik van rust.... Ik denk daar nù aan, omdat het de historisch-materialistische aesthetici zijn, die de Kunst verhinderen het omstormde proletariaat te naderen als een verademing-brengende troost. Ik denk daar nù aan, omdat zij het volk niet de kunst doen zien, als een machtig wezen, in zijn diepste essentie staande buiten de bewogenheid der tijden en hun wisseling, dat voor elken geluk en rust en verademing behoevenden mensch zijn armen open spreidt, maar omdat zij, in dwaling bevangen, haar het volk doen zien, als zèlf een macht van den storm, die hen omslingerend jaagt. En zóó doende-en dat is het jammerlijkste-laten zij
lal en het einddoel van menschelijk streven, maar haar zoo te beoefenen als ieder scheppend werker zijn vak beoefenen moet: met volle toewijding aan, met volle concentratie zijner vermogens, terwijl hij werkt en schept, op het werk alleen; zijn aandacht zùiver houdend, opdat hij eens der wereld zijne schepping moge geven, bijna zóó schoon als hij haar van de Natuur ontving. Zóó verricht hij zijn werk het best en zóó dient hij dus 't leven het best. Het is dan ook niet een pueriele opvatting van het leven, gelijk die aan de de-kunst-om-de-kunst-aanhangers caricaturiseerend-vervalschend wordt toegeschreven, maar het is juist het zien van 't leven als een oneindigheid,
en tweede, een waarlijk niet te onderschatten gevaar van het stelsel. Dat gevaar, men begrijpe mij wel, ligt dus volstrekt niet daarin, dat deze critici de bas étage, deze phrasen-kooplui uit de literaire voddenkelders tendentieus zouden worden! Och neen, werden zij 't maar! Tendentieus zijn in den zin, waarin ik 't thans bedoel, gepossedeerd zijn door 't een of ander naar een hoog ideaal gericht streven, dat is toch après tout iets van een voornamen geest.... En zij en een voorname geest!... Dàt zou 'n áárdige vooruitgang voor hen zijn, komaan! Ik heb eens hun, al zeg ik 't zelf, welgelijkend portret geteekend. Daardoor, gelukkig! behoef ik het thans niet meer te doen. Ik heb toen aangetoond wat zij zijn en niet zijn. Maar wel beschouwd wàs voorheen iets dergelijks overbodig. Tot nu toe werd toch eigenlijk niemand hun dupe. Ten slotte voelde ook het botste publiek de phrase, het idiote volmaakt-niet-begrijpen in hun geschrijf. Want tusschen den waren, den kunstenaar-criticus, den eenige, die literaire criti
Sept.
"HET HISTORISCH-MATERIALIS
101 M
sychtheion. Men zie de Met
23 The
ters, die nimmer
37 The
en van mijn droeve j
C'est l
fenis om der wil
Je me sui
zelf het hebt gezien, Eeuwig Wezen. Vergader rondom mij de ontelbare menigte mijner medemenschen; dat zij luisteren naar mijne bekentenissen, zuchten over mijne laagheden, blozen over
à tout
nomen, ben ik een u
L'Année
am ik, dat zij te Dyon bekroond was. Deze tijding deed al de denkbeelden, die mij bij
dis que je p
mijne eigene. Thérèse werd voor de derde maal zwanger. Te oprecht tegenover mij-zelf en innerlijk te fier om mijn
lleurs les pr
wel geweest ben. Maar dit vond toch niet zoozeer zijn oorzaak daarin dat ik de verleiding zou hebben overwonnen, maar veeleer in het feit, dat ik de oorzaak der verleiding vermeed
9 Il fa
n zijn geweest, want dat voltrok zich heel snel en zonder eenigen innerlijken weers
concevable = onbeg
ire = razern
De tout
eb is er in alle plaatsen, waar ik ge
1 Je ne
evaren waaraan ik haar heb blootgesteld. Wie weet hoever op haren l
ui sait: =
Moi qui
it iemand k
ette horre
aast de verdorvenheid, die zonder eenig gewetensbezwaar de lieflijkste der plichten met voeten treedt? Neen, ik voel het en spreek het luide uit: dat is niet mogelijk. Nooit heeft Jean Jacques één oogenblik van zijn leven een man zonder gevoel, zonder erbarmen, een ontaard vader kunnen zijn. Zeer zeker heb i
s bonnes gens =
de nos jours = groot
déterminantes = de
of season =
nes gens = j
ts-Trouvés = V
mais rêve d'un
kenden toestand een prophetisch vi
t ce qui m
offen, was, dat toen zij zich verwezenlijkt had, ik mij van precies
.. la peur
k zei tot mij zelf: Ik zal dit steentje tegen dien boom daar vlak tegenover mij werpen, zoo ik hem raak, is dat een teeken van heil, mis ik hem, dan beduidt het ver
on: een instrumentje om g
apidation:
Dans ces
ig hield, heb ik hem nooit ongesteld gezien; hij stapte voort, maakte luchtsp
Il part
rliet dengeen, wiens
atica = Laat de vrouwen maar met rust e
ière dont elle
ekken en te voeden en dat zij met het doel, met niemand zijn vertrouwen te moeten deelen en hem aldus beter te kunnen beheerschen, allen verdacht bij hem maakte, die in zijn nabijheid kwamen en erin slaagden, hem te behagen. Wat moet deze vrouw, die, toen zij zich te Motiers verveelde, niets verzuimde te doen wat er Rousseau het verblijf onverdragelijk kon maken, wel niet gedaan hebben in de eenzaamheid van Wootton, waar haar niets zoozeer na aan het hart moet he
7 Hume,
allen, die over Rousseau hebben ge
n'avois cher
ad gedaan en mij een gezellin had gegeven. Een weinig omgang met dit uitmuntende meisje, een weinig nadenke
utrefois j
om Mevrouw de Luxembourg te amuseeren, en hare kluchtige vergissinge
in nous nous
tendheid en de sluwheid van een verleider, tegen het einde harer kindsheid gebeurd. Zoodra ik haar begreep, slaakte ik ee
1 "Une
tain, "dat zij hem grootm
'y déterminai
doen aanvaarden. Het volgend jaar dezelfde zwarigheid en dezelfde uitweg, slechts vergaten wij ditmaal een naamcijfer aan de kleertjes te hechten. (Met behulp van zulk een naamcijfer kon men dan later, als een kind door
ment dans Thérèse =
e odieuse" = een afs
Ingrat: o
Billionaires
Romance
Romance
Romance
Romance
Romance