icon 0
icon TOP UP
rightIcon
icon Reading History
rightIcon
icon Log out
rightIcon
icon Get the APP
rightIcon
De Wedergeboorte van Nederland

De Wedergeboorte van Nederland

icon

Chapter 1 HET GRONDGEBIED.

Word Count: 13947    |    Released on: 04/12/2017

hoofden der omwenteling van 1813 eene zaak, die als van zelve sprak, dat door die herleving ook het grondgebied der Vereenigde Nederlanden weder het eigendom we

nt der Beide Nethen en van de overige landen de departementen der monden van de Schelde en der monden van den Rijn gemaakt. En hoewel nu de Franschen dit alles op verre na nog niet hadden verlaten-men denke slechts aan Walcheren, eerst in Mei 1814 bevrijd-werden toch die landen reeds toen verklaard, ?evenals van ouds" uit te maken een deel van den Staat der Vereenigde Nederlanden en onder het bestuur daarvan geplaatst. Men dacht niet aan de mogelijkheid, dat over deze weder-in-bezitneming bij iemand eeni

, den 17den Mei 1802 te Amiens gesloten, uitdrukkelijk aan Engeland was afgestaan, terwijl de overige koloni?n sedert door dat rijk veroverd waren in den oorlog tegen ons gevoerd. Fagel, hoewel het beginsel niet bestrijdende, vond het blijkens zijn antwoord van 1 December 18135) wat voorbarig, toen reeds bij Engeland op de vervulling van dien wensch aan te dringen. Holland moest eerst geheel en

bovenal aan de verdeeling van Polen, vóór de revolutie door drie der geallieerde mogendheden begonnen en in den revolutietijd voortgezet, tot eene zekere hoogte het voorbeeld en de verontschuldiging tevens van de uitspattingen van Frankrijk. Van de restauratie van Polen kon niets komen. Wat was dan de reden, waarom onze opstanding bij de geallieerden geene tegenspraak ondervond? Was het de verwantschap van het huis van Oranje met het pruisische koningshuis, die eenig gewicht in de schaal legde? Wellicht, hoewel Pruisen de eenige mogendheid was, die (het gold de wederinbezitneming van landen op den rechteroever der Maas) den terugkeer der Vereenigde Nederlanden tot den vroegeren toestand niet als boven alle bedenking verheven beschouwde6). Was het de omstandigheid dat er nog vóór de komst der geallieerden in het hart des lands, aldaar eene poging tot zelfbevrijding gedaan was, die geslaagd mocht heeten? Ook dit is voorzeker niet zonder invloed op de wijze van beschouwing der oppermachtige geal

oo sprak Joan Melchior Kemper8). Waar echter van vrijheid gesproken wordt, is het slechts de eene zijde der zaak, wanneer men alleen den blik vestigt op de onafhankelijkheid, op de vernietiging der vreemde overheersching. Het land kan in dien zin vrij zijn, terwijl het volk, dat in dat land woont, aan den leiband loopt. Zoud

men: ?S. M. Britannique," luidt dit stuk9), ?ayant fait à S. A. S. le Prince Stadhouder la proposition de donner aux commandans des forteresses, des troupes et des vaisseaux appartenans à la République des Provinces-Unies, l'ordre de se mettre sous la protection de S. M., vu les circonstances dans lesquelles la République se trouve par l'occupation de la province de Hollande par une force ennemie, S. M. s'enga

dellijk, ingevolge 's Prinsen bevel, onder Engelsche bescherming hebben gesteld, doch eene zwakke en bijna steeds vruchtelooze verdediging hebben gevoerd. Een aanval op Ternate alleen en een eerste op Suriname werden afgeslagen; een tweede aanval op Suriname gelukte11). In het geheel gingen over de Kaap, Ceil

t in Voor-Indi? was geworden in plaats van Frankrijk, moest het ook het aanloopstation op den weg naar Indi? in zijn bezit wenschen, terwijl Ceilon in vreemde handen in oorlogstijd gemakkelijk eene bedreiging voor Engelands positie in Indi? worden kon. De oor

van het gegeven woord deze bezittingen te behouden, ook al werd het huis van Oranje in Nederland hersteld. Maar tevens ontstond de verleidin

ug. 1796 voor het huis van Oranje, in ruil voor den van dit huis te verkrijgen ?afstand van alle aanspraken op het stadhouderschap", eene schadeloosstelling in Duitschland (benevens ettelijke voordeelen voor zichzelve) besprak12), werd het uitzicht anders en voelde ook Engeland zich vrij, uitsluitend rekening te houde

eval terug; ook toen het zich in 1798 tot hernieuwden oorlog tegen Frankrijk voorbereidde, had het op bevestiging en uitbreiding van zijn Italiaansch bezit, niet op herovering van Belgi?, het oog. Voor Belgi? moest dus eene andere oplossing gevonden worden. Lord Grenville leidde het overleg met Rusland in bij de volgende mededeeling: ?As the Netherlands14) cannot probably under all the circumstances which have occurred be replaced under the dominion of Austria, it will be an object to be considered what plan will be most effectual to provide for the defence of this highly important b

egen een nieuw militair overwicht van Frankrijk in Europa, de binnenlandsche zaken van dat land aan de liberalen zou overlaten en dus afzien van een volledig herstel van het ancien régime. Zij erkennen dat de zwakheid van Nederland tegenover Frankrijk een gevaar is gebleken voor de rust van Duitschland en van het geheele Noorden, en geven als middel tot verbetering de vereeniging der zeventien Nederlandsche gewesten onder het huis van Oranje aan de hand. In twee geschriften van een publicist uit dezen kring, l'abbé de Pradt (L'Antidote au Congrès de Rastadt, 1798, en La Prusse et sa neutralité, 1799) is dit denkbeeld vrij uitvoerig besproken. Ten aanzien van den vorm van het opperbestuur komt de Pradt tot de slotsom, dat deze slechts de

aan zijn broeder, bestemd tot gezant van Groot-Brittanje bij den herstelden Nederlandschen staat, toezendt, ook nog alleen een schema voor het redres der Noord-Nederlandsche zaken in;-een schema, nagenoeg geheel overgenomen uit een in Juli 1799 door den gewezen griffier der Staten-Generaal, Hendrik Fagel, aan de Engelsche regeering uitgebracht advies: overgang, op ruime schaal, van bevoegdheden der Staten-Provinciaal aan de Staten-Generaal; de rugge

llegi?n door ministers. Liefst van al wilde men dat zoowel de Franschen als de Engelschen aftrokken, en Nederland tot den algemeenen vrede neutraal zou mogen worden verklaard; en men heeft de poging gewaagd, voor dit denkbeeld den steun te verwerven van Pruisen. Als de afgezant van het Bewind, de Vos van Steenwijk, in het kabinet van den minister Haugwitz is doorgedrongen, wordt hem alle hoop ontnomen dat Pruisen zich voor de Bataven eenige moeite geven zal, tenzij zij berusten in het herstel van het huis van Oranje. ?Ik antwoordde dat hieraan niet met al te denken was, om reden van de tegenwoordige orde van zaken. Wat ik ook aanvoeren mogt, hij bleef

ng het ook zoude mogen zijn; met één woord, indien een soort van Engelsche constitutie tot grondslag konde gelegd worden"21). Lord Grenville kende deze boodschap, toen hij zijne instructie van 26 September schreef, maar beperkte zich niettemin tot de door Fagel opgegeven hervorming der oude Unie met handhaving van den bondgenootschappelijken regeeringsvorm22). ?You will not fail to remark", voegt hij in een begeleidend schrijven aan zijn broeder toe, ?that in the communication made t

t niet durfde vanwege de Franschen, die versterking op versterking zonden en allen voortgang der gelande troepen weldra konden beletten en hen eindelijk naar hu

rtij opgesteld. De grondtoon is, dat de zaak gevonden moet worden bij compromis met de gematigde patriotten. Enkelen weliswaar stellen zich een uitkomst voor, die minder ver dan het Engelsche plan van de constitutie van vóór 1795 afwijkt; d

spoedig einde maakt. Europa richt zich op den nieuwen toestand in, waartoe de blijvende verwijdering van het huis van Oranje uit Nederland behoort. Bij den vrede van Lunéville (9 Febr. 180

te ondernemen. De oude Prins liet die zaak geheel aan zijn zoon over; maar het is geheel onjuist, zooals in verscheiden boeken staat en nog dikwijls herhaald wordt, dat hij de schadeloosstelling zou hebben geweigerd. De verklaring van afstand van alle aanspraken op het stadhouderschap, van hem geeischt eer hij in het genot van het hem besprokene kon treden, heeft hij wel

gerde standvastig die som aan te nemen in de omschrijving waaronder zij hem werd aangeboden: als prijs van schepen die nimmer aan zijn persoon, maar aan den Staat hadden behoord. Engeland wilde er gaarne iets anders op vinden: het zocht een middel om het huis van Oranje als een en cas te behouden voor het mogelijk geval van hernieuwden oorlog met Frankrijk. Liet men het huis aan de genade der continentale machten geheel en al over, dan zou het, vooral wanneer de eerzuchtige, weinig Engelschgezinde Erfprins zijn vader zou zijn opgevolgd, gemakkelijk van Engeland vervreemden. Derhalve

ven echter nog over de roerende goederen: door het huis van Oranje bezeten schuldbrieven ten laste van den Staat. Deze waren nimmer verbeurd verklaard, maar gesequestreerd met inhouding der rente; zij konden dus niet onder de verliezen worden gerekend, waarvoor vergoeding uitgekeerd was krachtens art. 18 van het verdrag van Amiens. In het najaar van 1802 werd door den Prins getracht, eene onderhandeling met de Bataafsche Republiek op gang te brengen betreffende deze niet vervallen aanspraken. De Republiek echter was zeer ontsticht, dat haar de schepen van Story ontgaan waren en de waarde daarvan, zij het onder een anderen naam, door Engeland feitelijk aan den Prins van Oranje werd uitgekeerd aan wien zij nimmer hadden behoord; bovendien brak spoedig na den aanvang der onderhandeling de oorlog met Engeland weder uit, en was hunne kas weldra berooider dan ooit, terwijl Bonaparte meende dat zij hun geld liever aan de marine dan aan een afkomst met Oranje, thans pensioentrekker van Engeland, moesten beste

slukking der Bataafsche onderhandeling was het Engelsche jaargeld het in bedrag en vastheid voornaamste bestanddeel hunner inkomsten geworden. Napoleon heeft den Erfprins zijn wegblijven bij deze gelegenheid nimmer vergeven en hem van toen af zooveel schade berokkend als hij kon. Aan Gagern, den agent van het Gesammthaus Nassau te Parijs, gaf hij te kennen dat hij voor het minst een nieuwen vo

rkzaam deelnemer aan allerlei anti-Napoleontische plannen. Koortsachtig bovenal is zijne werkzaamheid in het jaar 1809 geweest, toen hij zijn best heeft gedaan, Pruisen tot aansluiting aan Oostenrijk te bewegen op de (nimmer vervulde) toezegging van een Engelsch hulpcorps in Noorddu

patriotschen huize. Vooral toen de dood van Willem V samenviel met de vestiging van den monarchalen regeeringsvorm in Nederland, gingen de gewezen stadhoudersgezinden in massa tot de nieuwe orde van zaken over; de dagelijksche omgeving van Lodewijk Napoleon was bovenal uit gewezen prinslui samengesteld. Toen dan ook in Mei 1809 de Prins een zijner huisbedienden, Willem van Dijk geheeten, naar Holland zond op kondschap wat er te doen zou zijn als Engeland zijn beloofde landing in Noordduitschland ondernam, kwam deze met een zeer karakteristiek rapport terug. Hij was geadresseerd geweest aan Bentinck van Buckhorst, op wiens landgoed bij Zwolle hij den 10den Juni 1809 was aangekomen. Maar Bentinck had hem aanstonds onderricht, ?dat aangezien de omstandigheden zoo volkomen veranderd waren en het grootste gedeelte der aanzienlijken welke voorheen de wettige constitutie hadden aangekleefd, thans in 's Koni

nd, waar de Prins om de familiebetrekkingen zijner Pruisische gemalin liefst verbleef, was sedert de inlijving van Holland en van Hamburg bij het Fransche Keizerrijk hoogst bezwaarlijk geworden-de Prins begeeft zich in het voorjaar van 1813, op eigen initiatief maar met voorkennis der souver

jand, zonder dat ooit daarbij aan iemand de geringste toezegging van voorwaardelijke teruggave was gedaan. Eveneens, en geheel op denzelfden voet, waren de koloni?n van Frankrijk zelf en van Denemarken in Engelands handen gevallen. Het middel nu om na eene overwinning der coalitielegers op het vasteland eene nieuwe gedaante van het vastelandsch Europa te verkrijgen die voor Engeland wenschelijk en aannemelijk was, zou blijkbaar moeten zijn de vrijwillige voorwaardelijke teruggave der veroverde koloni?n, op voorwaarden door Engeland te stellen, en voor zoover het behoud dier veroveringen niet onontbeerlijk werd geacht voor de welvaart van Engeland zelf. De Kaap en Ceilon, zooals de Prins uit de geschiedenis van 1797 en 1799 zeer goed wist, zou Engeland nimmer vrijwillig afstaan. Het liefst zou Engeland zich van eenige koloni?n ten bate van een hersteld Nederland weder ontdoen, wanneer dat herstelde Nederland op het vasteland sterk genoeg werd om zich tegen Frankrijk te handhaven niet alleen, maar ook om Frankrijk binnen

cienne constitution stadhoudérienne, ou bien d'y substituer un autre système de gouvernement qui conciliat le v?u de la na

uelques portions du territoire voisin de l'ancienne République, une consistance et une solidité qui rendraient cet état plus propre qu'autrefois à contribuer à servir de boulevard à l'

res intérêts de se dessaisir en faveur de cet Etat régénéré des colo

drie leden dezer

n geschrapt en door de kleurloozer redactie vervangen. ?D'avoir l'air de solliciter la royauté", had zijn moeder hem nog vóór het vertrek op het hart gebonden, ?c'est ce que je ne conseillerais jamais";-maar aan die woorden gaat onmiddellijk vooraf: ?si par un mouvement spontané on vous appelle au tr?ne, je suppose que vous ne vous refuserez pas".30) De vóór 1795 herhaaldelijk geuite beschuldiging van naar de souvereiniteit te staan, was toenmaals door het huis van Oranje steeds met energie teruggewezen; dat het volk zelf de omstandigheden nu geheel veranderd achtte, mocht

de aanhechting van een zoo uitgebreid mogelijk grondgebied, zooals spoedig zou blijken;-en uit de slotwoorden is voor den goeden verstaander te le

, een beroep op Engeland's belang, en vermijdt te spreken

en Fagel uitbracht, legt met zoo groote duidelijkheid de inzichten d

endant si longtems trouvé bien, et dont on avait contracté une sorte d'habitude; que par conséquent on serait certainement très disposé ici à concourir à atteindre ce but pour autant que les moyens de ce pays pouvaient le permettre; mais que, pour le moment, on croyait consulter le mieux les intérêts du Prince lui-même en différant de lui faire une réponse plus officielle jusqu'à ce qu'on se f?t concerté avec ses alliés; que d'après cela Lord Castler

rtainement toujours disposée à concourir à tout ce qui pourrait tendre à faire de la Hollande un pouvoir plus indépendant de la France et plus en état de lui résister; que sous ce rapport on ne saurait avoir d'objection ic

r les imperfections, et que tout ce qui pouvait tendre à donner à la Hollande et à son gouvernement plus de force, de solidité et de

e toutes37) celles qui avaient autrefois appartenu à la Hollande, le degré de ces restitutions dépendrait naturellement (indépendamment d'autres circonstances) du plus ou moins de moyens de résistance que cet Etat

't zij door mij gecursiveerde w

es circonstances, des arrondissemens convenables, tels que les ci-devant Pays-Bas autrichiens en tout ou en partie à la première, l'Etat de Genève ou la Savoie à la seconde"39). Austerlitz had de verwachtingen van 1805 te schande gemaakt; Rusland verwijderde zich van Engeland, en het duurde tot 18 Juli 1812 eer er een vredesverdrag tusschen deze beide volken kon worden gesloten. Bij deze gelegenheid was het dat Rusland voor het eerst als prijs voor zijne medewerking tot het herstel en de vergrooting van Nederland de overneming door Engeland eener schuld van f 87.100.00

ich bij verdragen van 14 en 15 Juni door zware Engelsche subsidi?n tot volhouden hadden laten overhalen, heeft Lord Castlereagh, bij dépêche aan zijn gezant bij Alexander (Lord Cathcart) van 5 Juli 1813, een algemeen programma voor den Europeesc

pzig beslist had dat meer land beschikbaar zou komen dan men in het begin van 1813 had durven hopen, achtte Engeland het oogenblik gekomen nadere voorstellen betreffende Nederland aan de bondgenooten te doen. Dit geschiedde bij een memorandum waarvan Lord Castlereagh den Prins 7 Nov. 1813 kennis gaf42). ?If things", heet het daarin, ?can be restored on the side of the Low Countries to a state, similar to that in which they stood at that period, when one of the great military Powers of Germany was interposed as a protection between France and Holland, the British Government will not feel it necessary to press for any departure from the ancient arrangement of limits; but if the course of events should be such as to render this highly desired object unattainable, and the frontier of France should still remain in

buiten kwestie, en als de keus tusschen deze twee zou staan, zou Oostenrijk Itali? kiezen. Omgekeerd zou Oostenrijk bezwaar hebben tegen de aanhechting van Belgi? aan Pruisen, tenzij Pruisen's macht in het hart van Duitschland een ge?venredigde vermindering onderging, waartegen Pruisen weder op moest komen, dat zich juist tot eene compacte macht in Midden-Duitschland hoo

l werd den Prins vergund zijn eigen denkbeelden omtrent die versterking aan Castlereagh mede te deelen. Hij deed het onmiddellijk na het verleende verlof, 9 Nov. 1813: en terstond blijkt nu uit dit niet door Fagel herziene stuk hoe enorm 's Prinsen appetijt was. Hij vraagt niet minder dan de gezamenlijke gewezen Oostenrijksche Nederlanden met Luik, benevens al het land dat ingesloten ligt tusschen Maas, Rijn en Moezel, en dit alles moet met de oude Republiek tot een ondeelbaren staat worden gevormd46). Lord Castlereagh is op het oogenblik van 's Prinsen vertrek van een andere meening: hij heeft Oostenrijk nog niet uit het hoofd gezet, en voor het geval Oostenrijk onwillig is, laat hij het barrièredenkbeel

alles opgeeft in Itali? en over den Rijn. Het antwoord van Napoleon laat echter geen twijfel, dat een vrede op deze voorwaarden niet meer tot stand zal komen. Wat er nu met Belgi? gebeuren zal is onzeker; mogelijk zal het aan Oostenrijk terug moeten, of zal er een Duitsch huis in moeten worden ge

ereagh onmiddellijk vóór zijn eigen vertrek naar het vasteland nog zooveel twijfel te hooren aan den dag leggen aan de juistheid der oplossing die hij

eef. Het was in Engelands belang dat zijne verheffing en vergrooting zooveel mogelijk het werk van Engeland zelf zouden wezen. Op het vasteland, waar alles tot na d

e bataillons te beperken Oranje-legioen onder een door hem aan te wijzen officier voor, welk corps door Engeland zou worden betaald en zich aansluiten zou bij een eveneens door Engeland betaald Duitsch legioen onder Walmoden, dat onder de bevelen van Bernadotte stond.51) Zelf verlangde hij zich zoo spoedig mogelijk bij deze troepen te voegen, doch zou de machtiging der Engelsche regeering daartoe afwachten. Dit plan werd 4 October door Castlereagh goedgekeurd en heeft vervolgens een begin van uitvoering gekregen. Doch de officier met de werving belast, de Constant-Rebecque, eind October te Berlijn gekomen, ondervond spoedig dat reeds van links en rechts Duitschland was leeggehaald en er bi

ot belang geweest: het heeft er toe geleid, dat de Engelsche regeering alle denkbeeld opgaf om bij een mo

gekomen, liet hij zich daar aan vertrouwden of die hij daarvoor hield buitengemeen heftig tegen alles wat Engelsch was uit; het werd alles overgebriefd aan de Engelsche regeering.53) De aandrang door den Erfprins in 1802 gebruikt om de gunst van Napoleon te verwerven kon door Engeland, dat zelf aan die wending schuld had, moeilijk openlijk tegen hem worden aangevoerd, maar stak er toch zeer. Daarna hadden de omstandigheden er toe geleid dat Engeland hem aan een zilveren band kon leggen; hartelijkheid van wederzijdsche gevoelens werd er eerder door tegengehouden dan bevorderd. Een uitstekenden indruk daarentegen had in Engeland gemaakt 's Prinsen niet verwachte keus, zijn oudsten zoon voor de voltooiing zijner opvoeding naar Oxford te zenden. Dat besluit was genomen na Tilsit, toen Pruisen bijna vernietigd was, Rusland in verbond trad met den Keizer, en het waanzin zou geweest zijn voor het huis van Oranje, nog op iemand anders dan Engeland te bouwen. De oude Prinses Willemijn was hiervan zóó overtuigd, dat

aak viel; en het kwam uit dat de jonge prins, die aanvankelijk voor die bestemming zeer weinig voorliefde toonde, er ook genoegen in kreeg toen hij eenmaal te velde was, en zich uitstekend gedroeg, zoodat hij menigmaal in Wellingtons bulletins met lof kon worden vermeld. Zoo was, in 1812 en begin 1813, ?Willem VII" zooals hij in de wandeling heette, eigenlijk veel meer een publiek persoon in Europa dan zijn driekwart vergeten vader, die ook wel vrij dikwijls in het vuur was geweest (n

that the son was the person to push forward, if anything was to be done."61) Ook Lord Malmesbury wordt door de komst van den Prins onaangenaam verrast; hij had door Fagel van het plan tot de reis vernomen en het afgeraden; ?he had much better turn his whole thoughts to Austria and endeavour through the means of that court to recover his German territories."62) Stelt men zich dus Willem VI voor als in de toekomst te Dillenburg herplaatst, zijn zoon is de man ?to unite (as King William did) this throne and the Stadtholderate."63) De eenige reden dat men den jongen prins nog in Spanje liet was, dat men den tijd tot eene Engelsche onderneming naar de zijde van Holland nog niet gekomen achtte. Het maakte nu indruk op de regeering, dat Willem VI niet zonder voorspraak verscheen: Keizer Alexander en Frederik Willem III hadden van de reis geweten en haar oogmerk goedgekeurd; het ging niet aan, hem zonder meer de deur te wijzen. Evenmin werd het wenschelijk geacht, hem als met eene volmacht der Engelsche regeering voorzien naar het vasteland terug te zenden. Men hield hem dus te Londen zoo te zeggen in reserve, maar het feit zelf van zijne aanwezigheid en gedurigen aandrang kon onmogelijk nalaten de Engelsche bewindslieden met het denkbeeld van zijn herstel in Nederland meer vertrouwd te maken. Ware er, bij 's Prinsen afwezigheid op het vasteland en de aanwezigheid van zijn zoon te Londen, iets in Holland uitgebroken, men zou zeker zich gehaast hebben Willem VII daarheen te zenden. Maar geheel anders was de zaak, nu de jonge prins op uitnoodiging van zijn vader zelf in

ij nu vervolgens uit Holland zond gingen direct aan den Prins en werden eerst door dezen ter kennis van de Engelsche regeering gebracht. Er zijn er een goed aantal van overgebleven die merkwaardig zijn omdat zij zoo stellig bewijzen dat Gevers in geene betrekking hoegenaamd tot van Hogendorp stond, en diens werk in de verte niet hetzij door Engeland hetzij door den Prins is uitgelokt. De geheele persoon van Gevers is overigens van geringe beteekenis en zijne berichten hebben zeer weinig om het lijf. Intusschen hebben zij bewerkt dat de Prins tot het laatste oogenblik onzeker bleef of hij verstandiger deed zich bij Bernadotte te voegen dan in Engeland den door Gevers gedurig voorspelden spontanen opstand te blijven afwachten, en zijn dus mede oorzaak geweest dat de Prins den zooveel treffender en directer intocht

eidselen van den Prins noch van maatregelen der Engelsche regeering,

ld had, eerst het Hollandsche bastion te laten springen om dan van het Noorden uit Frankrijk binnen te dringen. Ergo bleef voor een eventueele onderneming tegen Holland alleen het leger van Bernadotte beschikbaar, dat uit Russische, Zweedsche en Pruisische troepen (Bülow) bestond. Het korps van Bülow ontving na den slag van Leipzig de bijzondere opdracht tot wederinbezitneming der oud-Pruisische landen in Westfalen: het kwam dus in de vervulling van zijn taak dicht aan de Nederlandsche grenzen, maar had geen bevel die te overschrijden. Bernadotte zelf trok 1 Nov. uit den omtrek van G?ttingen noordwaarts op, met het dubbel doel Davoust in Hamburg op te sluiten en de Denen in het oog te houden. Zijn eigenlijke belangstelling was bij de Denen, die hij tot den afstand van Noorwegen te noodzaken had; geenszins bij Nederland, en zijn hoofdkwartier blijft ver van onze grenzen verwijderd. Bij de afwijking naar het Noorden werd aan de Russische afdeeling van Winzingerode de richting op Bremen voorgeschreven; dit was het meest westelijk marcheerende korps. Het onderhoud van zoo groote legers als sedert een jaar Duitschland kaalvraten, maakt een reusachtig deployement noodig: de tot het korps behoorende lichte ruiterij (Kozakken) omzwermde dus de uit geregelde troepen bestaande hoofdmacht op afstanden soms van eenige dagreizen ver, om leeftocht en kleeding te requisitionneeren op alle open plaatsen waar men die vinden kon. Zoo zijn in November herhaaldelijk kleine troepen Kozakken over onze grenzen gekomen, zonder eenig uitdrukkel

bespeurd hadden dat ook dit open lag, en zij er als broeders werden verwacht. Voor zoover zij versterkte plaatse

en IJsel (19 Nov.)71). Toen de laatste order ontvangen werd bereidde Bülow reeds iets anders voor. Den 19den Nov. stond zijne voorhoede onder Oppen reeds dicht aan de Nederlandsche grens, bij Borken; den 23sten, nadat Bülow bericht had gekregen van het ontruimen van Amsterdam, is die voorhoede de grens overgetrokken en heeft Doesburg en (24 Nov.) Zutfen genomen; 25–27 Nov. heeft Bülow, t

ucht der Franschen uit Noordwest-Duitschland, die ook de Franschen in Nederland demoraliseerde en hen de wijk deed nemen in de richting op Utrecht–Gorkum–Breda, de verzekerde verbindingslijn met Antwerpen en met Frankrijk. Daarbuiten bleven alleen enkele vaste punten bezet: den Helder, Naarden, Deventer, Coevorden, Delfzijl. Natuurlijk dat het voortrukken der verbonden legers na Leipzig de algemeene oorzaak van alles geweest is, maa

hten in de richting gingen die spoedig zou blijken de juiste te zijn, blijkt uit zijn onderhoud met den Pruisischen gezant Jacobi, aan wien hij te kennen gaf ?que les défauts et inconvéniens de l'ancienne constitution feraient désirer d'établir les changemens requis pour donner plus de force et d'énergie à la marche du gouvernement, et qu'en

isching aan Story den Prins van Oranje diens ?souverain légitime" genoemd had.75) Lord Grenville schreef waarschuwingsbrieven aan Fagel en kondigde zelfs aan dat hij er in het Hoogerhuis over zou spreken; welk voornemen hij heeft laten varen toen hij na 2 Dec. erkennen moest dat men met een werkelijken volkswensch in Holland te doen had. Hij heeft toen nog aangeraden dat de Souvereine Vorst aan de notabelenvergadering een soort excuus zou maken voor zijn onmiddellijke aanvaarding der souvereiniteit,76) een denkbeeld dat wijselijk nie

jn, slechts diplomatie en defensie nationaal. Terwijl Hogendorp een verjongde Bourgondische monarchie wil, waarin de souvereiniteit uitdrukkelijk aan de Staten wordt ontnomen, handhaaft (doch corrigeert) Niebuhr de Republiek. Het is geheel onjuist, wat Niebuhr's zoon in 1852 heeft laten drukken, dat het stuk geschreven is ?auf Veranlassung des hochseligen K?nigs Wilhelm I"; alleen had deze, op een hem door zijn moeder overgebrachte, vage dienstaanbieding van Niebuhr uit het voorjaar van 1813, in even vage termen geantwoord dat hij Niebuhr voor een bekwaam man hield, maar niet zou weten te bepalen waartoe hem te gebruiken.79) Prinses Willemijn heeft het stuk in Januari 1814 naar Holland meegebracht, waar de Souvereine Vorst het ter zijde heeft gelegd: van eenigen invloed van Niebuhr's tekst op 's Vorsten eigen deelneming aan het constitutiewerk is geen spoor te bekennen,

9 (de datum is daar m

en Ged.

rd Clancarty, 14 Aug. 1814

Jan. 1814; dezelfde aan Lord Clancarty, 24

ndorp (Br. en Ged. IV, 266). Proclamatie van J. M. Kemper en Fannius

kstukken

ldaar

ing van de noot in G

ukken II, 94

kken II, bll.

de Zuidelijk

worth, Britsch gezant te St.-Petersburg

sch gezant te Londen, 30 Dec.

Gedenkschrif

mas Grenville, 16 Juli 179

403 aangevuld door III, 1074; het advi

kstukken

llerus overgebracht, 20 Sept.

the basis of the Union of Utrecht should be entirely preserved" (beh

taat, naast een wetgevende macht bestaande uit een adelshuis en een huis der gemeenten, het laatste direct gekozen door alle bezitters van eenig vast goed of effect op het land zonder onderscheid, in zestien kiesdistricten van onderling gelijke bevolking. De tegenpraestatie van het Nederlandsche volk zal moeten bestaan in de opdracht aan den Prins van een zeer uitgebreide uitvoerende macht, minstens gelijk aan die van den koning van Groot-Brittanje (Ged. II, 863; vgl. een vroeger stuk van hem, Juli 1795, aldaar 841). Het minst ver van al gaat van de Spiegel, die doet alsof er geen Revolutie geweest is en zich beperkt tot de geringe hervormingen die hij reeds twintig jaar geleden had voorgestaan (zie Ged. III, 1037 en 1080, en Vreede's van de Spiegel IV, 456; en voor de kritiek: Ontstaan der Grondwet I, bl. XXXII), doch zijn punten

iervóór,

gl. Bosscha, Staats

nkstukke

stukken IV

nkstukke

e Prince d'Orange dans son entretien avec Lord

aan den Prins, 5 Maart

aan Fagel, 4 Mei 1

orp, 22 Nov. 1813 (B

ter-Lord St. Helens-de gave opmerken om al het verhandelde in eene conferentie of Staats-Besogne even klaar en nauwkeurig als sierlijk aan zijn

k cur

ept in Fagel'

k cur

ept in Fagel'

kstukken

r, De diplomatieke geschiedenis der herstelling van Neerland

land as an independent Power" (

will be prepared, as far as His separate interests are conce

kstukken

n afschrift is deze datum blank; de dépêche

k cur

ille's dépêche aan Sir Charles Whithwo

kstukken

e Nederlandsche zaken min

k cur

nkstukke

geschreven, doch blijkbaar zóó te vers

kstukken

kstukken

kstukken

nkstukke

nkstukke

kstukken

z van Dec. 1812 en Maart 1813,

het gebruik van den naam van Willem VII bij de volksbeweging van April gemaakt, heeft er Hogendorp toe gebracht door zijn vrienden uitdrukkelijk te doen vaststellen dat men voor Willem VI, niet voor Willem VII zou werken (Br. en Ged. V, 11). Daarentegen heeft zoo goed als zeker met deze plannen in verband gestaan de komst van C. P. Gevers in Engeland in Maart 1813; hij hee

kstukken

kstukken

kstukken

ken VI, 1860 (

kstukken

kken VI, 1883

zelf van 1816 (Ged. VI, 1861) durft het w

kstukken

kstukken

vóór, bl

kstukken

Gneisenau I

an 19 Nov. aan Winz

en in Gedenkboek I 70 vv., benevens de inle

kstukken

tstaan

I, 393; vgl. Ontstaa

tstaan

aan I, bl

vv. (bespreking) en Ge

kstukken

Claim Your Bonus at the APP

Open